Zweedse onderwaterarcheologen hebben aan boord van een Noors scheepswrak uit de vijftiende eeuw een bijzondere vondst gedaan: een bonte verzameling plantenresten, waaronder verschillende exotische kruiden zoals saffraan en kruidnagel. Voor sommige van deze kruiden is dit het eerste tastbare bewijs dat ze gebruikt werden in het middeleeuwse Noord-Europa.
Onderzoekers van de Zweedse Universiteit van Lund vonden de bonte verzameling plantenresten aan boord van het wrak van het belangrijke oorlogsschip Gribshunden van koning Hans van Denemarken en Noorwegen, dat zonk in 1495. Het wrak werd al in de jaren zestig van de vorige eeuw gevonden, maar archeologen vonden de bijzonder goed geconserveerde planten pas tijdens recent onderzoek. Ze publiceerden de resultaten in het tijdschrift PLOS ONE.
In de zeebodem in en rond het schip troffen de onderzoekers resten van planten aan die destijds alleen beschikbaar waren voor de zeer rijken. Ze vonden voornamelijk kruiden, waaronder ook exotische kruiden afkomstig uit gebieden ver van Scandinavië, zoals saffraan, zwarte peper en kruidnagel. Ook vonden ze overblijfselen van verschillende voedingswaren die waarschijnlijk dienden als tussendoortjes, zoals noten, bessen en rozijnen.
Waarom een inpoldering in de Biesbosch alles zegt over het landbouwbeleid van afgelopen eeuw
Eerst de boerderij, dan pas de natuur: de agrarische sector staat er bij veel mensen niet goed op. Historicus Marij Leenders beschrijft in haar onderz ...
Het koninklijke dieet
De vondst is belangrijk, omdat goed bewaard gebleven exotische soorten anders bijna nooit gevonden worden in middeleeuwse opgravingen. Voor sommige van de kruiden is dit het eerste tastbare bewijs dat ze gebruikt werden in Noord-Europa.
Ook is dit de eerste keer dat een archeologische vondst het koninklijke dieet uit de middeleeuwen blootlegt. Archeologen kunnen de informatie gebruiken om een beeld te schetsen van hoe de elite at in het Noord-Europa uit de late middeleeuwen, ook door te kijken naar de andere objecten die gevonden zijn in dezelfde ruimte.
Een archeologische vondst als deze wordt niet vaak gedaan op het land. De combinatie van het lage zoutgehalte en de lage temperatuur in de Oostzee heeft ervoor gezorgd dat het hout intact is gebleven en algen konden groeien. Daardoor neemt het zuurstofgehalte in het water af, en ontstond er een omgeving waarin het organische materiaal goed bewaard kon blijven.
Machtsvertoon
De reden voor de laatste tocht van het schip geeft de vondst een bijzonder randje. Koning Hans van Denemarken en Noorwegen droomde van een verenigd Scandinavisch koninkrijk. Daarom voer hij in juni 1495 met het schip naar Zweden om het Zweedse staatshoofd Sten Sture de Oudere te overtuigen om hem de controle over Zweden te geven. Na de aankomst werd het schip op mysterieuze wijze getroffen door een explosie, waarna het in een vlammenzee ten onder ging.
Het is aannemelijk dat de koning de botanische luxegoederen meenam om aan het Zweedse staatshoofd te laten zien hoe welvarend hij was, en hem zo te overtuigen zijn macht over te dragen. Eerdere archeologische onderzoeken vonden al kanonnen, kleine wapens, munten en kunstwerken, die ook stuk voor stuk blijk gaven van zijn macht.
Handelsnetwerken
Maritiem archeoloog Martijn Manders van de Universiteit van Leiden bevestigt dat het gaat om een unieke vondst. ‘Je vindt weleens wat peperkorrels of nootmuskaat in scheepswrakken uit bijvoorbeeld de 17e eeuw. Maar toen waren de overzeese handelsnetwerken al veel verder ontwikkeld dan in de middeleeuwen. Het feit dus dat deze voedselwaren allemaal bij elkaar zijn gevonden, en dan ook nog in een schip uit de middeleeuwen, dat is heel bijzonder.’
Hij voegt toe dat het interessant zou zijn om deze resultaten in een grotere context te plaatsen. ‘Zo kun je bijvoorbeeld de rol onderzoeken die andere Europese adel speelde in de handel, door te kijken naar hoe vaak deze zeldzame specerijen uit die tijd in andere delen van Europa zijn gevonden. Dan weet je pas echt hoe bijzonder deze specifieke vondst is.’