Als een klein groepje bij NASA’s Jet Propulsion Laboratory (JPL) zijn zin krijgt, dan schieten we op de honderdste verjaardag van de maanlanding een ruimteschip naar de dichtstbijzijnde exoplaneet. De sonde moet daar naar leven zoeken. 

Naar zo’n exoplaneet vliegen, is niet bepaald een koud kunstje. Beeld: ESO/Digitized Sky Survey 2

Het project is zo nieuw dat het nog geen naam heeft, de benodigde technologie bestaat nog niet, maar toch is het plan serieus. En één ding is zeker: er is nog voldoende tijd om eventuele problemen voor 2069 op te lossen.

‘Het is nu allemaal nog wat wazig’, zegt Anthony Freeman van JPL, die het missieconcept op 12 december presenteerde op de American Geophysical Union conferentie in New Orleans.

AI-assistent kan 113-hulpverlening ondersteunen
LEES OOK

AI-assistent kan 113-hulpverlening ondersteunen

Dataspecialist Salim Salmi maakte een AI-tool die 113-hulpverleners ondersteunt.

Aanleiding voor het voorstel is een financieringswet uit 2016, die stelt dat NASA een manier van interstellair reizen moet ontwikkelen waarmee men in 2069 tenminste tien procent van de lichtsnelheid kan bereiken. De wet stelt ook dat het ruimtevaartinstituut een missie moest lanceren naar Alpha Centauri, de ster die het dichtst bij de zon staat.

Atmosfeer en landschap

De groep bij JPL heeft nu wetenschappelijke doelen voor zo’n missie opgesteld, inclusief een onderzoek naar de samenstelling van de materie en straling die het tegenkomt op zijn plek van bestemming, en een test van Einsteins algemene relativiteitstheorie die het onderweg kan uitvoeren.

Een aantal jaar na de lancering van die eerste missie zou NASA dan ook nog een grote telescoop diep de ruimte inzenden. Deze zou zichzelf vervolgens zodanig positioneren dat hij licht van Alpha Centauri kan waarnemen dat onze zon schampt. Dankzij zwaartekrachtslenswerking kunnen we vervolgens een echte blik op de verre exoplaneet werpen.

Wanneer de sonde arriveert, moet deze het planetaire systeem waarnemen, inclusief de atmosfeer en het landschap van de planeet die daar om zijn moederster draait. Het hoofddoel is daarbij om te kijken of er leven op de exoplaneet is. De telescoop zou verder immers zo’n beetje alle andere feiten al kunnen verzamelen.

Kunstmatige structuren op het oppervlak

‘We kunnen de atmosfeer van de planeet in kaart brengen. En we kunnen het oppervlak zien – althans, als eventuele wolken het zicht niet ontnemen’, zegt Stacy Weinstein-Weiss van JPL, hoofdauteur van het vakartikel waarin het plan uit de doeken wordt gedaan. Manieren om eventueel leven vanuit een baan om de exoplaneet te kunnen spotten, zijn de aanwezigheid van kunstmatige structuren op het oppervlak, lichtjes die knipperen en grootschalige aanpassingen van het landschap.

Afhankelijk van wie je het vraagt, hoeft de bestemming overigens niet per se Alpha Centauri te zijn. De groep heeft ook andere zonachtige sterren in kaart gebracht die dicht genoeg bij ons staan om te kunnen bezoeken. Maar welke bestemming we ook kiezen, zeker is dat niemand nog over de technologie beschikt om een ruimteschip tot een beetje fatsoenlijke fractie van de lichtsnelheid te versnellen.

Reistijd van eeuwen

Bovendien zou de wens om in een baan om de planeet te gaan vliegen nog eens tientallen jaren extra kosten, zegt Avi Loeb van de Harvard University, die onder andere werkt aan het zogeheten Breakthrough Starshot-project, een andere poging om interstellair reizen mogelijk te maken. ‘Dat vereist afremmen en een lage vliegsnelheid voor het ruimteschip, veel minder dan tien procent van de lichtsnelheid. Dat impliceert een reistijd van eeuwen of zelfs nog meer’, zegt Loeb.

Het JPL-team verkent desondanks toch manieren om een ruimteschip tot die hoge snelheid te versnellen. Opties waar men naar kijkt, zijn botsingen van antimaterie met materie, nucleaire motoren en zelfs het schieten met lasers op lichtzeilen, zoals in het plan van Breakthrough Starshot. Volgens het team is die laatste optie het kansrijkst.

Natuurlijk is er geen enkele garantie dat het schip dat JPL nu ontwerpt ooit verder komt dan de tekentafel. Maar als het plan wordt doorgezet, zou het ons niet alleen naar de sterren kunnen brengen, maar ook een superieure methode kunnen leveren waarmee we in de toekomst door ons eigen zonnestelsel kunnen vliegen.

Mocht het met zonnezeilen niet lukken, dan kunnen we in ooit misschien wel op z’n Star Treks met een warpdrive naar de sterren vliegen, stelt New Scientist-redacteur George van Hal

Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.

Lees verder: