Lausanne (CH) – De komende Olympische Spelen mag de organisatie atleten op gebruik van het hormoon erytropoëtine (EPO) testen.


Totnogtoe vormden testen op het gebruik van EPO geen doorslaggevend bewijs. Aangezien dit hormoon van nature in het lichaam voorkomt, moesten chemici een methode ontwikkelen die onderscheid maakt tussen het lichaamseigen eiwit en het recombinante, door bacteriën gemaakte hormoon.
De afgelopen jaren is wereldwijd onderzoek verricht naar methoden die het gebruik van EPO onmiskenbaar aantonen. Enkele laboratoria publiceerden dit jaar een test (zie ook het artikel Erytopoëtine – wel of niet aantoonbaar bij een dopingcontrôle uit het septembernummer van Natuurwetenschap & Techniek wetenschapsmagazine). Nadat vorige maand de medische commissie van het Internationaal Olympisch Comité twee testen goedkeurde, was het nog wachten op de juridische goedkeuring. Gisteren kwam de juridische commissie van het Internationaal Olympisch Comité bijeen in Lausanne en gaf het groene licht aan de twee testen. Het betreft een in Frankrijk ontwikkelde test op de aanwezigheid van lichaamsvreemd EPO in urine, en een door Australiërs vervolmaakte test op het aantonen van dit dopingmiddel in bloed.

Erick Vermeulen