Astronomen hebben een groot object ontdekt dat ons zonnestelsel binnenvliegt – misschien een megakomeet. In 2031 zal dit rotsblok de baan van Saturnus bereiken.

Het is voor zover bekend het grootste hemellichaam uit de buitenste regionen van het zonnestelsel dat zo dicht bij de zon komt. Het object heeft de naam 2014 UN271 gekregen. Het is naar schatting tussen de 100 en 370 kilometer in doorsnee.

Astronomen vonden het object met de Dark Energy Survey (DES), een apparaat dat gebruikmaakt van de Victor M. Blanco-telescoop in Chili. Oorspronkelijk was het DES-project bedoeld om donkere energie te bestuderen, maar onlangs werd er ook mee gezocht naar objecten in het buitenste deel van het zonnestelsel.

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
LEES OOK

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’

Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.

Astronoom Pedro Bernardinelli van de Universiteit van Pennsylvania leidde een team dat zes jaar aan DES-meetgegevens gebruikte om achthonderd hemellichamen voorbij de baan van Neptunus te vinden, zogeheten transneptunische objecten. UN271 viel op in de berg meetgegevens vanwege zijn uitzonderlijke grootte. Berekeningen tonen aan hoe ver hij richting de zon zal vliegen. ‘Dit is het coolste dat we hebben gevonden’, zegt Bernardinelli.

Megakomeet

We kennen veel planetoïden en kometen die vanuit de buitenste regio van het zonnestelsel naar binnen zijn gevlogen, maar de meeste daarvan zijn niet meer dan een paar kilometer groot. De omvang van UN271 is uitzonderlijk. Hoewel hij niet groot genoeg is om een dwergplaneet te zijn, kan het gaan om een kleinere planeet of ‘mogelijk een megakomeet’, zegt natuurkundige Samantha Lawler van de Universiteit van Regina in Canada.

De baan van het object is ook interessant. Het staat momenteel twintig keer verder van de zon dan de aarde, een afstand die astronomen aanduiden als een astronomische eenheid (AE). In januari 2031 zal het een afstand van slechts 10,9 AE bereiken. Dat is dichtbij genoeg voor astronomen om een aantal onderzoeken naar het object te doen. Ter vergelijking: Saturnus draait rond de zon op een gemiddelde afstand van 9,5 AE.

Wanneer hij zich in het verste punt van zijn baan bevindt, zit UN271 op een afstand van 40.000 AE, of ongeveer 0,6 lichtjaar. Hij doet ongeveer 3 miljoen jaar over een rondje. De ontdekking is dus deels te danken aan goede timing.

Eerste keer raak

Het is niet duidelijk of UN271 ooit eerder het zonnestelsel is binnengevlogen. Misschien heeft het zonnestelsel hem in een baan gevangen toen hij voor de eerste keer langsvloog, en beweegt hij sindsdien naar binnen. Gebaseerd op simulaties van zijn baan ‘lijkt het erop dat het een oud object is’ en dat dit scenario klopt, zegt Bernardinelli. ‘Maar dit is nog niet in steen gebeiteld.’

Tot nu toe hebben de gemaakte beelden van UN271 een erg lage resolutie. Als het object dichterbij komt, kunnen astronomen op zoek gaan naar komeetachtige activiteit, zoals gas van smeltend ijs en het verschijnen van een staart. Het is ook nog onduidelijk of het bolvormig is, zoals de dwergplaneten Pluto en Ceres, of dat zijn vorm grilliger is.

‘We hebben nog geen objecten van 100 kilometer [van buiten het zonnestelsel] van dichtbij gezien’, zegt Lawler. ‘Misschien heeft het een compleet bizarre vorm. Ik hoop echt dat het ringen heeft.’

Kans op bezoek

UN271 zou een goede bestemming zijn voor een ruimtesonde. Die zou langs kunnen vliegen en beelden van dichtbij kunnen maken. Zo’n missie zou in de komende zes of zeven jaar moeten worden gelanceerd om het object op tijd te bereiken. Het is logistiek ‘haalbaar’, zegt ruimtevaartexpert Mark McCaughrean van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA.

Waarschijnlijk zijn er veel meer van zulke objecten in het buitenste gebied van ons zonnestelsel. Astronomen verwachten er meer te ontdekken tijdens een tienjarig onderzoek naar die verre regio, dat in 2023 moet beginnen en wordt uitgevoerd door het Vera Rubin Observatorium in Chili. Dat wil niet zeggen dat we binnenkort nog een kans krijgen om zo’n object te bestuderen. De UN271-mogelijkheid kan dus ook behoorlijk uniek zijn.

‘Misschien is dit de enige die zo groot is en zo dichtbij komt’, zegt Lawler. ‘We weten het niet.’

LEESTIP: in Telescopen van de toekomst bespreekt Govert Schilling nieuwe astronomische megaprojecten. Bestel in onze webshop.