Het eten van gloeiendhete pepers is niet zonder gevaar. In de VS kreeg een man ondraaglijke hoofdpijn nadat hij de heetste peper ter wereld had gegeten. Dat publiceren zijn artsen in vakblad BMJ Case Reports.
De 34-jarige man deed mee aan een hete-peper-eetwedstrijd, ook wel bekend als chili challenge. Hij at daarbij één Carolina Reaper. Deze peper, gekweekt door een Amerikaan met de toepasselijke naam Ed Currie, werd in 2013 door het Guiness Book of Records uitgeroepen tot heetste peper ter wereld.
De Carolina Reaper heeft een gemiddelde heetheid van ruim 1,5 miljoen op de schaal van Scoville, met uitschieters tot 2,2 miljoen. Deze schaal geeft weer hoe heet stoffen zijn als je ze inneemt, gebaseerd op het capsaïcinegehalte. Dit stofje activeert pijn- en hittegevoelige receptoren op de tong en is daardoor verantwoordelijk voor het branderige gevoel dat het eten van pepers veroorzaakt. Gek genoeg zijn hete pepers dus zelf helemaal niet heet – ze geven je alleen het gevoel dat je iets ontzettend heets eet.
Ieder mens een persoonlijk dieet
Gezondheidseconoom Milanne Galekop onderzocht gepersonaliseerde diëten. Zijn die echt de moeite en de kosten waard?
Gat in slokdarm
De schaal van Scoville is gebaseerd op hoe vaak je het extract van een peper met water moet verdunnen om de heetheid ervan niet te merken als je het goedje inneemt. Aan één druppel Carolina Reaper-extract moet je dus 1,5 miljoen waterdruppels – ongeveer een halfvolle badkuip – toevoegen om geen last te hebben van de peper. Met die score is de Carolina Reaper enkele tientallen keren heter dan de cayennepeper. De jalapeñopeper overtreft hij zelfs enkele honderden malen.
Vaak genoeg is gebleken dat het lichaam niet goed reageert op het eten van de allerheetste pepers. In 2016 lag een Amerikaan bijvoorbeeld 23 dagen in het ziekenhuis nadat hij bij een chili challenge een 2,5 centimeter groot gat in zijn slokdarm had opgelopen.
Donderslaghoofdpijn
Toch hoef je YouTube maar te openen om te zien dat er nog altijd genoeg malloten op de wereld zijn die voor een beetje geld of aandacht gloeiendhete pepers eten. Een daarvan was dus de 34-jarige man in de VS. Vlak na het oppeuzelen van de Carolina Reaper had hij al last van kokhalsneigingen. De volgende dagen kreeg hij hevige hoofd- en nekpijn.
Soms kwam de hoofdpijn in extreem pijnlijke scheuten van enkele seconden. Deze ‘donderslaghoofdpijn’ was zo ondraaglijk dat de man naar de Eerste Hulp ging. Daar onderging hij allerlei tests op neurologische aandoeningen, stuk voor stuk met negatief resultaat. Pas toen zijn artsen een CT-scan van zijn brein zagen, hadden ze door wat er aan de hand was.
Peper de boosdoener
In de hersenen van de man bleken meerdere slagaders vernauwd te zijn. Op basis daarvan gaven de artsen als diagnose dat hij leed aan het reversible cerebral vasoconstriction syndrome (RCVS). Deze aandoening kenmerkt zich door tijdelijke slagadervernauwing, vaak gepaard met donderslaghoofdpijn. RCVS kan verschillende oorzaken hebben, waaronder medicijngebruik.
Omdat de man vrijwel onmiddellijk na de peperwedstrijd de eerste symptomen vertoonde, wijzen de artsen de Carolina Reaper aan als waarschijnlijke boosdoener. Volgens hen is dit het eerste geval waarbij RCVS wordt gerelateerd aan het nuttigen van hete pepers. Wel is al eerder een verband gevonden tussen het eten van cayennepepers en plotselinge kransslagadervernauwing en hartaanvallen.
De standaardbehandeling van RCVS is verwijdering van de veroorzaker, maar dat was in dit geval niet meer nodig. Verder gaat de aandoening gewoonlijk vanzelf over. Zo ook nu: vijf weken na de chili challenge hadden de slagaders van de man weer hun normale breedte. Het enige dat hij er vermoedelijk aan heeft overgehouden, is een flink gepeperde ziekenhuisrekening.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder:
- Hou nooit tegelijk je neus en mond dicht als je moet niezen
- Oude man heeft zeldzaam grote luchtbel in brein
- Van ijsjes eten krijg je het warm
- Man droomt voor het eerst in kleur tijdens radiotherapie