Artsen en studenten kunnen straks biopties op een virtuele patiënt uitvoeren. Ze voelen bij het prikken zelfs hoe bij overgangen tussen weefsels de weerstand verandert.
Door een bril op een statief zie ik een patiënt. Een hendel in mijn linkerhand bedient een echoscanner, die ik over de huid van de patiënt laat glijden. Een blik op het computerscherm links van me toont het echobeeld. Opnieuw kijk ik door de bril en met de rechterhand beweeg ik de andere hendel. Die stuurt de naald die in mijn blikveld verschijnt. Op het moment dat die naald de huid van de virtuele patiënt raakt, voel ik weerstand. En als ik de naald voorzichtig door het weefsel prik, merk ik hoe elk weefsel een andere weerstand heeft. Een blik op de echoscan bevestigt de positie van de naald. Nu nog de nierholte vinden.
De opstelling is een prototype van de medische trainer die Virtual Proteins uit Eindhoven volgend jaar op de markt brengt. ‘De bedrijfsnaam komt van de eerste technologie waarmee ons bedrijf zich bezighield’, vertelt Jackie Schooleman, de CEO van het bedrijf. ‘We maken eiwitten en moleculen zichtbaar in drie dimensies, zodat farmaceuten kunnen zien welke verbindingen precies op een eiwit passen.’
‘Er komt een moment dat we een grieppandemie niet kunnen voorkomen’
Ron Fouchier staat aan de frontlinie in de strijd tegen de griep. Met nieuwe vaccins wil hij ons beschermen tegen toekomstige pandemieën.
Aderverkalking
De driedimensionale techniek is praktisch voor het werk aan eiwitten, maar kan ook zeer goed uit de voeten met digitale beelden van patiënten. Een stapel van honderden scans verkregen met computertomografie en mri-scans vormt samen een brok driedimensionale informatie. Dat leidde tot het VP microlab, dat in een mum van tijd honderden scans van een patiënt omzet in één 3D-beeld. In plaats van dat een arts al die scans stuk voor stuk bekijkt, met daarbij de kans dat hij iets over het hoofd ziet, toont het scherm in een oogopslag waar bijvoorbeeld aderverkalking optreedt. Schooleman: ‘Voor patiënten is het ook duidelijker als de arts hen op een driedimensionale afbeelding kan aanwijzen waar een probleem optreedt.’
De medische trainer, die in de loop van volgend jaar leverbaar zal zijn, is een volgende stap. De aard van weefsel laat zich vertalen naar de weerstand die een prikkende naald ondervindt. Uit diezelfde informatie berekent het programma het beeld dat de virtuele echokop meet. Naast trainen behoort ook voorbereiding van een ingreep tot de mogelijkheden, met gegevens van een specifieke patiënt. ‘Straks oefenen artsen hiermee zelfs lastige ingrepen die ze de dag daarop moeten uitvoeren’, voorspelt Schooleman. De eerste modules behelzen een leverbioptie, het aanbrengen van een drain in een nier en het plaatsen van een stent.
Erick Vermeulen