In de eeuwenoude Noorse Sverris-saga werpen mannen die het kasteel van koning Sverre zijn binnengedrongen een dode man in een put, waarna ze de put met stenen vullen. Onderzoekers denken dat ze de botten van deze man gevonden hebben.
Een meer dan achthonderd jaar oude Noorse saga beschrijft hoe een dode man in een put van een kasteel werd gegooid. Onderzoekers uit Scandinavië, IJsland en Ierland vermoeden nu dat ze de stoffelijke resten van deze man hebben gevonden. Ze publiceerden hun resultaten in het wetenschappelijk tijdschrift iScience.
Putman
De Sverris-saga telt 182 verzen en is geschreven in het Oudnoors. Het verhaal gaat over de daden van koning Sverre Sigurdsson, die in de tweede helft van de 12e eeuw aan de macht kwam. In het verhaal valt een vijandige clan het kasteel Sverresborg aan, dat vlakbij Trondheim in Noorwegen ligt, waarna ‘[de clan] een dode man nam en hem in de put wierp. Toen vulden ze de put met stenen.’
Waarom een inpoldering in de Biesbosch alles zegt over het landbouwbeleid van afgelopen eeuw
Eerst de boerderij, dan pas de natuur: de agrarische sector staat er bij veel mensen niet goed op. Historicus Marij Leenders beschrijft in haar onderz ...
De put lag binnen de kasteelmuren en was de enige permanente waterbron van de bewoners. Volgens sommigen zou de man die in de put werd gegooid een ziekte gehad hebben. Hem in de put werpen, kan dus een vroege vorm van biologische oorlogsvoering geweest zijn. Het water zou daarna ondrinkbaar zijn geweest.
In 1938 werd een middeleeuwse put tussen de ruïnes van kasteel Sverresborg gedeeltelijk drooggelegd. Onder stenen en puin vonden onderzoekers een skelet, dat bekend kwam te staan als de ‘Putman’. Veel mensen vermoedden dat het skelet van de man uit de Sverris-saga was, maar tot nog toe kon niemand dit bevestigen.
DNA in tanden
Archeoloog Anna Petersén van het Noorse Instituut van Cultureel Erfgoedonderzoek in Oslo en haar collega’s brachten daar verandering in. Ze gebruikten koolstofdatering en DNA-analyse van genetisch materiaal in een tand om aan te tonen dat de periode waarin de man leefde overeenkomt met de overval op het kasteel. Hoewel deze methodes geen sluitend bewijs leveren dat het hier daadwerkelijk gaat om de man uit het verhaal, ‘komt het indirecte bewijs overeen met deze conclusie’, volgens Petersén.
Het team heeft daarnaast ook informatie kunnen toevoegen aan het oude Noorse verhaal. ‘Ons onderzoek onthult veel details over de gebeurtenis en de Putman die in de saga zelf niet voorkomen’, zegt Petersén.
De DNA-analyse laat bijvoorbeeld zien dat de man waarschijnlijk blauwe ogen had en blond of lichtbruin haar. Ook hebben de onderzoekers zijn DNA vergeleken met dat van hedendaagse Noren en andere Noren uit de geschiedenis. Ze denken dat de voorouders van de man uit een regio komen die nu Vest-Agder heet, in het zuiden van Noorwegen.
De onderzoekers vonden geen sporen van ziektes. Er is dus geen bewijs dat de man in de put gegooid werd om het water ondrinkbaar te maken. Maar het team vond ook geen bewijs dat het verhaal tegenspreekt. Het blijft dus onduidelijk waarom de man in de put terechtkwam.
Feit en fictie
De aanpak van het team, waarbij een historisch document wordt gestaafd aan DNA-gegevens, zou volgens geneticus Michael Martin, van de Noorse Universiteit van Wetenschap en Technologie in Trondheim, ook voor ander onderzoek kunnen worden gebruikt. Bijvoorbeeld om een stamboom te reconstrueren van koninklijke families die eeuwen eerder uitgestorven zijn, of om ‘levensverhalen werkelijk te beschrijven en uit te tekenen, zoals de verplaatsing tussen geografische regio’s van voorheen anonieme mensen van wie de restanten ontdekt zijn bij archeologische opgravingen.’
Martin was zelf ook bij het onderzoek betrokken. ‘Voor zover ik weet is dit tot nu toe de oudste historische figuur uit een tekst waarvan genetische informatie is verkregen’, zegt hij.
Door genetische informatie uit oude menselijke resten te analyseren, kunnen onderzoekers volgens Martin nieuwe details over mensen aan het licht brengen. ‘De details die nu gevonden zijn, staan niet in de oorspronkelijke tekst. We zien dus dat genetische gegevens het verhaal aanvullen en een mogelijkheid bieden om feit van fictie te scheiden’, zegt Martin.