Hij is twee keer zo groot als de aarde en bestaat voor een groot deel uit diamant. Astronomen van Yale University vonden een planeet met deze speciale eigenschappen.
Planeet 55 Cancri e heeft een verrassende samenstelling. Onder een dunne schil van grafiet zit een dikke laag diamant. Het diamant omringt een gesmolten ijzeren kern. De planeet draait om een ster die vergelijkbaar is met de zon, op een afstand van zo’n 40 lichtjaren van de aarde.
Wetenschappers konden de straal en de massa van 55 Cancri e afleiden uit observaties die vorig jaar zijn gedaan. Astronoom Nikku Madhusudhan ging vervolgens op zoek naar de chemische samenstelling van de planeet. Hij gebruikte modellen waarin alle mogelijke combinaties van elementen getest werden. Hierbij hield hij er rekening mee welke stoffen tijdens de vorming van de planeet voor handen waren: veel koolstof en siliciumcarbide, maar weinig water. Het passende model liet zien dat de planeet voornamelijk bestaat uit koolstof (grafiet en diamant), ijzer, siliciumcarbide en misschien wat silicaat. Een derde van de planeet is diamant, niet gering als je bedenkt dat het hier gaat om zo’n drie keer de massa van de aarde.
‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.
Het nieuws doet denken aan een bericht van vorig jaar. Toen meldden onderzoekers van de Australische Swinburne University of Technology ook een diamanten planeet gevonden te hebben. Volgens Madhusudhan zijn er echter grote verschillen. ‘In het onderzoek van het Swinburne-team ging het eigenlijk om een ster waarvan alleen de koolstof kern over was. In dit geval gaat het om een echte planeet – een vaste rotsplaneet – die draait om een zonachtige ster.’ Ook was in het onderzoek van Swinburne ‘diamant’ slechts een benoeming voor iets kristalachtigs. Daar is nu geen sprake van, verzekert Madhusudhan, ‘dit is diamant zoals je dat op aarde vind, maar dan enorm zuiver. En er is er heel, heel veel van.’
Ans Hekkenberg