Het transportvliegtuig Beluga (Witte Dolfijn) behoort tot de fraaiste vliegtuigen en heeft de Nasa als een van zijn gebruikers. De supertransporter wordt nu nog groter.
Er zijn door fabrikant Airbus maar vijf Belugas gebouwd en elk exemplaar is uniek, met een reeks indrukwekkende vrachtleveringen op het palmares. Is de Beluga op de kruishoogte van ongeveer negen kilometer voor de leek amper te onderscheiden van een normaal vliegtuig, voor kenners is het een dikke klont in de lucht, zelfs met het blote oog. Om de fraaie vorm te zien als hij overvliegt, moet je vanaf een wat grotere hoek met een verrekijker kijken.
Vooral Beluga nummer 3, die meermaals boven Nederland heeft gevlogen, heeft een speciale betekenis voor ruimtevaartkenners. Met dit toestel werd in 2006 de Europese ISS-module Columbus vanuit Duitsland naar de Nasa in Florida vervoerd.
AI-assistent kan 113-hulpverlening ondersteunen
Dataspecialist Salim Salmi maakte een AI-tool die 113-hulpverleners ondersteunt.
Hoewel de Beluga-toestellen hoofdzakelijk bedoeld zijn voor transport van eigen Airbusonderdelen, kunnen ze namelijk gecharterd worden door andere bedrijven. De ‘Dolphins’ werden zelfs meermaals ingezet voor het transporteren van ISS-modules. Een middenmodule van het ruimtestation, de Harmony Node, ging ook mee in de Beluga 3.
De grote oranje brandstoftank van de spaceshuttle was eveneens in het enorme laadruimte vinden. En de Europese ruimtevaartorganisatie ESA maakte dankbaar gebruik van deze Airbusvloot om haar ISS-vrachtschip Automated Transfer Vehicle (ATV) en delen van Arianeraketten te vervoeren.
Voor ruimtevaartuigen en andere ladingen die temperatuurgecontroleerde omstandigheden vereisen, ontwikkelde Airbus een verwarmingsmodule die voor een continue luchtstroom zorgt. Een paneel in de cockpit biedt bemanningsleden de mogelijkheid de temperatuur en de luchtstroom tijdens de vlucht te controleren.
‘Bij een plotselinge windvlaag op de zijkant beweegt het hele ding als een slappe zeppelin’
Zelfs de geschiedenis van de Belugavliegtuigen houdt indirect verband met de Nasa en ruimtevaart. De Pregnant Guppy was een voorganger van de Beluga met een minstens zo imposante vorm. Dit toestel was voor het maanprogramma van de Nasa ontworpen.
Deze eerste Guppy werd al gebruikt tijdens de voorbereidende Apollojaren, toen ze raketdelen vervoerde voor de vluchten met de Geminicapsules. Bij behoefte aan meer transport kwamen daar later de Super Guppies bij.
Zeven olifanten
Begin jaren tachtig kocht Airbus de productierechten van de Super Guppy op. De vorm van de Beluga’s, waarvan de bouw midden jaren negentig begon, was geïnspireerd op de Guppy. De Beluga kan qua gewicht twee keer zo veel vracht vervoeren als zijn voorganger. De cargoruimte is 1400 kubieke meter. Daarin kunnen 7 olifanten, 36 auto’s of 671 mensen worden vervoerd.
Omdat Airbus de Beluga baseerde op de A300-600, heeft hij ook dezelfde romp, vleugels en motoren. Alleen is er nu een enorme, zeven meter brede transportruimte bovenop gemonteerd. Om de vracht aan de voorkant te kunnen inladen hangt de cockpit iets onder het toestel. Ter compensatie van het hoge gewicht werden de vleugels iets versterkt ten opzichte van een normale Airbus A300. Toch ziet het vleugeloppervlak er best fragiel uit als je het vergelijkt met de grote romp.
Ook vluchtdynamica-ingenieur Douglas Trapp plaatst wat kanttekeningen bij de vorm van Beluga. ‘Het vleugeloppervlak is iets te klein en de twee extra toegevoegde verticale staartvinnen zijn dat ook. De Beluga
vliegt op zich wel fijn maar het opstijgen en landen is moeilijk’, aldus Trapp, die werkte aan een simulatieprogramma voor Belugapiloten. ‘Als een plotselinge harde windvlaag de zijkant raakt als het vliegtuig op
hoogte is, beweegt het hele ding als een slappe zeppelin.’
Belugapiloot Rolf Hannak vertelde ooit in een interview met het Hamburger Abendblatt dat het inderdaad soms ‘tricky’ is om de windgevoelige Airbus te besturen. ‘Op zich gedraagt deze extra zware jet zich in de lucht niet fundamenteel anders dan een ‘normaal’ verkeersvliegtuig, maar als het winderig is, hebben we nét iets meer te doen.’
In januari werd bekend dat Airbus werkt aan een nog grotere variant van de Beluga, die vermoedelijk gebaseerd wordt op de modernere A330. De productiesnelheid van de Franse vliegtuigfabrikant is namelijk zodanig toegenomen dat er meer en grotere vrachttoestellen nodig zijn om onderdelen te vervoeren en zodoende de fabricage bij te houden. Niet in de laatste plaats vanwege de ingebruikname van de nieuwe Airbus A350XWB, de ‘Franse tegenhanger’ van de Boeing 787 Dreamliner, die op den duur de A330 en de A340 moet vervangen.
De nieuwe Beluga zal naar schatting rond 2020 in bedrijf zijn en zal dan twee A350-vleugels tegelijk kunnen vervoeren, waar de huidige Beluga er maar één kan meenemen.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: