New Scientist interviewde de Taalhacker: Gabriel Wyner. Voor zijn werk als operazanger moest hij in korte tijd perfect Frans, Russisch, Italiaans en Duits leren. Daarom ging hij op zoek naar de beste methode om een taal te leren en nooit meer te vergeten. Hij combineerde zijn leerervaring met een jaar literatuuronderzoek, en de Taalhacker-methode was geboren.
U bent opgeleid tot ingenieur, en toen werd u operazanger. Vanwaar de carrièreverandering?
‘Tijdens mijn ingenieursopleiding begon ik met zingen als hobby. In 2004 nam ik deel aan een leerprogramma Duits. Een onderdeel daarvan was een masterclass met een dramacoach. Die coach was een geweldige leraar, en ik kon mezelf voor het eerst echt uiten. Ik voelde dat zingen meer was dan iets waar ik goed in ben, het werd iets belangrijks om te delen. Vanaf dat moment wilde ik operazanger worden. Belangrijk van het leerprogramma Duits was dat iedereen aan het eind in het Duits dacht, niet in vertalingen. Dat wil ik ook bereiken met De Taalhacker.’
‘Er komt een moment dat we een grieppandemie niet kunnen voorkomen’
Ron Fouchier staat aan de frontlinie in de strijd tegen de griep. Met nieuwe vaccins wil hij ons beschermen tegen toekomstige pandemieën.
Hoe werkt de Taalhacker-methode?
‘Het is beter om woorden te herhalen als je ze bijna weer vergeet dan om ze dagelijks te stampen. Dat wordt toegepast in de methode van gespreide herhaling (spaced repetition system, SRS). Daarbij wordt kennis herhaald over een steeds langer wordend tijdsinterval. Woorden die je goed kent, herhaal je minder vaak. Dat loopt van dagelijks tot zelfs eens per jaar. Het SRS pas ik toe door gebruik van flitskaarten, zowel fysiek als in apps op je telefoon of computer. Met de Taalhacker-methode spreek ik ook vier verwerkingsniveaus aan. Dat is een theorie uit de jaren zeventig. Volgens die theorie gebeurt het leren van woorden op het niveau van spelling, klank, het concept en persoonlijke associaties. Dat pas ik toe op die flitskaarten.’
Wat maakt uw methode anders dan bestaande lesmethoden?
‘Veel taalstudies en schoollessen werken op het spellingniveau en het tweede niveau van klank – hond is Hund. Door een hond erbij te tekenen, dwing je het leren naar het derde niveau en onthouden mensen het al veel beter. Vraag je ook wat het woord voor ze betekent, dan spreek je alle vier de niveaus aan – rojo (rood) doet mij denken aan mijn leuke rode hoed. Dat pas ik toe op die flitskaarten. Daarnaast bied ik een methode aan die plezierig is. Het vloeiend leren spreken van een taal gebeurt niet in een week. Het kost moeite. Maar het is plezierige moeite.’
Waarom is werken met beelden zo belangrijk?
‘Wat ik doe is kijken naar hoe de hersenen werken, hoe herinneringen worden opgeslagen. Dat is universeel. Iedereen is van nature bekwaam in het onthouden van beelden. Laat ik je vandaag honderd plaatjes zien en morgen tweehonderd, dan herken je 99 procent van de dag ervoor. Een jaar later is dat bijna net zo veel. Ons vermogen om beelden te onthouden is ongelooflijk. Dus SRS combineren met veel beelden zou iedereen moeten helpen.’
Hoe heeft u de informatie verzameld voor de ontwikkeling van de Taalhacker-methode?
‘Aanvankelijk probeerde ik de methode van gespreide herhaling uit omdat ik snel Frans moest leren. Het gebruik van beelden voegde ik zelf toe omdat ik wist dat vertalingen leren bij mij niet zou werken. Ik wist dus al dat het werkte, en voor het schrijven van De Taalhacker nam ik een jaar de tijd om te onderzoeken waarom het werkte. En dan wordt het interessant. Als je weet hoe het werkt, dan kan je het ten goede aanpassen. In dat jaar ploegde ik vooral door veel onderzoekpublicaties heen. Zo kwam ik de studie over de verwerkingsniveaus uit de jaren zeventig tegen, waarvan ik ook de onderzoekers heb gesproken.’
Hoe is uw methode ontvangen? Toonden bijvoorbeeld scholen interesse?
‘Ik vloog een keer naar Canada om workshops te geven. Daar zijn een aantal stammen waarvan de taal dreigt uit te sterven. Een van de leraren vond mijn boek en belde me op. Ze hebben een taalprogramma ontwikkeld op basis van mijn materiaal. Maar het liep ook anders. Mijn uitgever had bijvoorbeeld contact met een bekende leraar die mijn methode niet wilde gebruiken omdat er, naar zijn mening, ongepast taalgebruik in staat. Hij kon het daarom niet aanbevelen. En geloof het of niet, anderen wilden het niet gebruiken omdat er onderzoek in staat. Leraren zijn daar soms huiverig voor omdat anderen menen dat ze geen onderzoek mogen toepassen omdat ze niet wetenschappelijk geschoold zijn. Mij werd ook verweten dat ik geen wetenschapper ben en dus geen recht heb om over wetenschap te praten. Maar ik kijk niet naar nieuw onderzoek, alleen naar goed gevestigd onderzoek. Dankzij mijn ingenieursopleiding weet ik hoe ik met onderzoek om moet gaan.’
Kinderen nemen een taal op als een spons, wordt altijd gezegd. Is dat zo?
‘Dat is een mythe. Die mythe bestaat omdat volwassenen naar school gaan en hard werken om een taal te leren, en dan in Frankrijk een kind tegenkomen die de taal beter spreekt. Wat mensen niet zien is dat dat kind duizenden uren ervaring heeft met de taal. En jij misschien honderd of tweehonderd uur? Dat is geen eerlijke vergelijking. Verplaats een kind en een volwassene naar Spanje, geef ze allebei vijfhonderd uur om de taal te leren en de volwassene wint. Volwassenen zijn beter in leren en kunnen abstracte regels begrijpen, zoals grammatica.
‘Kinderen hebben wel een paar voordelen. Baby’s tussen zes en twaalf maanden oud horen geluiden die wij niet kunnen horen. Daar leren ze onderscheid in te maken. Later zetten de hersenen zich vast in bepaalde patronen die heel moeilijk zijn om vanaf te komen. Daarnaast zijn kinderen onbevreesd! Dat is een enorm voordeel. En ze hebben meer tijd. Wij hebben geen tijd om duizenden uren in Frans te steken, dus volwassenen moeten efficiënter gaan leren.’
Afgezien van het kopen van uw boek, wat is uw eerste aanbeveling bij het leren van een taal?
‘Leer de klanken van een taal. Zonder de geluiden te begrijpen klinkt alles als wartaal, je kunt de afzonderlijke woorden niet van elkaar onderscheiden. Als je verschillen begint te horen, kan je woorden op gaan slaan en kun je ze ook uitspreken. Het is niet zozeer dat je geluiden goed onthoudt die je kent, maar vooral dat geluiden die je niet kent, ook niet blijven hangen. Het is gelukkig geen grote taak – voor Hongaars had ik tien dagen nodig – en op de lange termijn scheelt het ontzettend veel tijd.’
Gaat u ooit Nederlands leren?
‘Haha, geen idee! Het boek valt hier in goede aarde, dus wie weet moet ik er maar aan beginnen. Ik kan al Duits, dus ik heb alvast een voorsprong.’
Gabriel Wyner studeerde summa cum laude af in werktuigbouwkunde. Daarna maakte hij de carrièrewissel naar operazanger, waarvoor hij perfect Italiaans, Frans, Russisch en Duits moest leren. Momenteel geeft hij les in de Taalhacker-methode en ontwikkelt verscheidene taalapps.
De Taalhacker
Gabriel Wyner
Maven Publishing
€ 19,50
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees ook: