Genève (CH) – Het Higgsdeeltje levert forse problemen op voor CERN, het Europese laboratorium waar natuurkundigen elementaire deeltjes onderzoeken. Moet de organisatie de LEP-versneller nu wel of niet komende maand afsluiten?


De laatste zes maanden leverden vier experimenten in de Large Electron Positron-versneller van CERN resultaten op die mogelijk wijzen op het Higgsdeeltje, de huidige heilige graal van het laboratorium. De LEP-verseneller zou eind september worden afgezet, zodat de bouw van de Large Hadron Collider (LHC) kon beginnen. Dat apparaat moet, dankzij veel hogere energieën van botsende deeltjes, over een paar jaar de grenzen in het elementaire-deeltjesonderzoek verleggen. Met die recente resultaten in de LEP is het niet verbazend dat er stemmen omgaan om de LEP nog t wee maanden langer in bedrijf te houden. De natuurkundigen willen met extra metingen nagaan of de behaalde resultaten inderdaad wijzen op het Higgsdeeltje, of dat processen in de achtergrond roet in het eten gooien.
De LEP haalde de resultaten bij energieën van iets meer dan tweehonderd miljard elektronvolt. Alhoewel de LHC, als die volgens plan in 2005 klaar is, ongetwijfeld nieuwe mogelijkheden biedt, dreigt bij stopzetten van de LEP dat de Europese natuurkundigen daar later bekend zulllen staan als de wetenschappers die het Higgsdeeltje op een haar na misten. Immers, in de VS ziiten de elementaire-deeltjesfysici ook niet stil. Daar werkt het Fermilab aan de Tevatron, waarin protonen en antiprotonen met enorme snelheid op elkaar moeten botsen.
Vandaag, op 14 september, komen de onderzoeksdirecteuren van CERN bijeen. Nog even LEP of snel op naar LHC: het is een kwestie van gokken.

Erick Vermeulen