Canberra (AU) – Uit Australisch onderzoek blijkt dat de tweede hoofdwet van de thermodynamica onder uitzonderlijke omstandigheden niet opgaat. Dit heeft gevolgen voor de inzet van nanotechnologie.
Volgens de tweede hoofdwet van de thermodynamica gaat er altijd energie verloren als een vorm van energie wordt omgezet in een andere. De entropie neemt toe. Al eeuwenlang proberen uitvinders een perpetuum mobile te maken, maar zo'n apparaat kan niet bestaan omdat dit tegen de tweede hoofdwet van de thermodynamica indruist. Alhoewel in de klassieke mechanica en de kwantummechanica de tijd omkeerbaar is, geeft de tweede hoofdwet een richting in de tijd aan. Nu blijkt dat onder speciale condities deze hoofdwet niet geldt.
De onderzoekers, onder leiding van prof dr Denis Evans, bouwden met laserstralen een optische val waarin ze minuscule latexkorrels konden vangen. Ze probeerden met deze testopstelling bewijzen te vinden voor het fluctuatietheorema. Dit theorema stelt dat de waarschijnlijkheid dat de tweede hoofdwet van de thermodynamica wordt geschonden exponentieel afneemt als de omvang van een systeem of de duur van de schending toeneemt. Omgekeerd betekent dit dat naarmate systemen kleiner zijn, de kans toeneemt dat processen in de verkeerde richting verlopen.
Net zoals ooit John Brown keek naar de lukrake beweging van pollen veroorzaakt door de botsingen met watermoleculen, volgden de Australische onderzoekers de baan van latexkorrels. Soms, binnen een tijdsbestek van twee seconden, kregen deze korrels een extra zetje van de watermoleculen waardoor hun kinetische energie toenam en de baan veranderde. Evans en zijn collega's berekenden voor vele waarnemingen de entropieverandering gedurende de complete baan van ieder deeltje. Daaruit bleek dat een aanzienlijk deel van de waargenomen korrelbanen niet in overeenstemming was met de tweede hoofdwet.
De resultaten geven aan dat er een limiet is aan hoe klein techniek kan worden gemaakt of de werking van cellen kan worden begrepen. Hoe kleiner nanomachines worden, des te groter de kans dat ze ook omgekeerd werken. Een geruststelling is wellicht dat de waargenomen toename van energie een kortdurend verschijnsel op microscopische schaal is. Hij kan in ieder geval geen perpetuum mobile aandrijven.
Erick Vermeulen
Delen:
Over de auteur
Reacties
Reacties tonen
-
Hoi ik schreef professor Louise Fresco een brief over thermodynamica toegepast op het ecosysteem en ik zei wel dat ik niet wist wat ik met mijn kennis aanmoest. Ten Tijde van Darwin dacht men nog dat de entropie van het ecosysteem zou toenemen tot de warmtedood van de wereld zou volgen, nu evenwel zegt men dat de entropie van het ecosysteem afneemt bij de toename biodiversiteit, gefaciliteerd door de chemische energie uit fotosynthese, komt de fotosynthese te vervallen, dan reageren we uit. https://www.dropbox.com/s/q7lilgdya4rqbe4/00%20A%20Mouse.pdf?dl=0 Professor Louise Fresco: “ha Yoram, je hebt een heleboel werk verricht. ik weet ook niet zo goed wat je hier het beste mee kunt doen, het is inderdaad te lang voor een (Nederlandse) krant. misschien ergens een plek op een klimaatblog? maar die ken ik zelf ook niet zo goed…succes!… Nadenken is altijd zinnig. Iedere gedachte is de moeite waard, ook al leest of hoort niemand hem. Een boom in het bos heeft toch ook zijn waarde ook al ziet geen mens hem?” Ik ben een boom, het zij zo, vriendelijke groet Yoram
Bijlagen -
Voor mijn begrip: Het is toch de eerste hoofdwet die een perpetuum mobile onmogelijk maakt? Er kan geen energie uit het niets ontstaan.
Voorts: bij energie-omzetting gaat toch geen energie verloren? Het wordt omgezet naar een minder waardevolle soort energie, zoals warmte.
Volgens de tweede hoofdwet is een perpetuum mobile van de tweede soort onmogelijk, hierbij wordt geen energie “uit het niets” gegenereerd maar wordt energie uit één warmtereservoir omgezet in bijvoorbeeld mechanische energie. Zoals in Smoluchowski’s ratchet.
Ik vraag mij dus (al een tijdje) af of dit nanomachientje toch kan werken, ondanks de tegenwerpingen van Richard Feynman.
Dit artikel suggereert dat er mogelijkheden zijn.