Na meer dan een jaar van wereldwijde record-zeewatertemperaturen koelt de Atlantische Oceaan sneller af dan ooit gemeten. Dat kan van invloed zijn op het weer over de hele wereld.
In de afgelopen drie maanden zijn de gemeten temperaturen van de Atlantische Oceaan rond de evenaar in een recordtempo gedaald. Dit opkomende Atlantische ‘La Niña’-patroon steekt de kop op nu in de Stille Oceaan een overgang naar een koelere La Niña wordt verwacht. Dit is een periode van een aantal maanden waarin oceaanstromen koeler zijn dan het gemiddelde. Deze opeenvolgende gebeurtenissen kunnen wereldwijd doorwerkende gevolgen hebben voor het weer.
Warm broertje
De verschuiving naar lagere temperaturen in beide oceanen is een welkome verandering na meer dan een jaar van recordwarmte op het land en in zee. Die warmte volgt grotendeels uit de stijging van de uitstoot van broeikasgassen en een warm El Niño-patroon (El Niño is Spaans voor ‘het jongetje’), de warme tegenhanger van La Niña (Spaans voor ‘het meisje’), dat zich medio 2023 in de tropische Stille Oceaan ontwikkelde.
Is het aardse magneetveld de weg kwijt?
Volgens sommigen kan het aardmagneetveld elk moment omkeren. Is er reden tot zorg?
‘We beginnen te zien dat de wereldgemiddelde oceaantemperaturen een beetje naar beneden gaan’, zegt klimatoloog Pedro DiNezio van de Universiteit van Colorado te Boulder in de Verenigde Staten. Volgens de Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) waren de temperaturen aan het mondiale zeeoppervlak afgelopen juli iets lager dan in juli 2023. Daarmee kwam een einde aan 15 maanden van gemiddelde oceaantemperaturen van recordhoogte.
El Niño in de Stille Oceaan zwakte af in mei. De verwachting van de NOAA is dat zich tussen september en november omstandigheden zullen ontwikkelen die koeler zijn dan de gemiddelde La Niña. Dit komt deels door versterkende passaatwinden langs de evenaar, die ervoor zorgen dat kouder water uit de diepere oceaan naar boven komt. El Niño wordt daarentegen geassocieerd met zwakkere passaatwinden, die de opwelling van koeler water verminderen. Deze meerjarige cyclus wordt de El Niño-Zuidelijke Oscillatie genoemd (El Niño-Southern Oscillation, ENSO), en is een van de belangrijkste bronnen van natuurlijke variabiliteit in het wereldklimaat.
De Atlantische Oceaan rond de evenaar schommelt om de paar jaar ook tussen warme Niño’s en koude Niña’s, maar dat heeft een veel kleinere invloed op het klimaat. Net als ENSO wordt ook deze schommeling vaak geassocieerd met de sterkte van de passaatwinden.
Onverklaarbare afkoeling
Net als in de Stille Oceaan waren de omstandigheden in de Atlantische Oceaan rond de evenaar gedurende een groot deel van 2023 ongewoon warm. Eerder dit jaar waren de temperaturen aan het zeeoppervlak zelfs de hoogste in decennia. ‘Het is de laatste episode in een reeks gebeurtenissen die tekenend zijn voor hoe het klimaatsysteem de afgelopen jaren is ontspoord’, zegt oceanograaf Michael McPhaden van de NOAA.
De afgelopen drie maanden daalden de temperaturen in dat deel van de Atlantische Oceaan sneller dan sinds de start van de metingen in 1982 is waargenomen. Deze plotselinge verschuiving is verbijsterend, omdat de sterke passaatwinden, die normaal gesproken voor een dergelijke afkoeling zorgen, zich niet hebben ontwikkeld, zegt klimatoloog Franz Philip Tuchen van de Universiteit van Miami in de VS. ‘We hebben de lijst met mogelijke mechanismen doorgenomen, en tot nu toe hebben we geen idee waar het aan ligt.’
Als de temperaturen nog minstens een maand lang 0,5 graden Celsius lager blijven dan gemiddeld, wordt de huidige situatie in de Atlantische Oceaan officieel beschouwd als een La Niña, zegt Tuchen.
Touwtrekkende oceanen
Door hun effect op temperatuur en vochtigheid zullen de twee potentiële La Niña’s waarschijnlijk weerpatronen over de hele wereld beïnvloeden. Een La Niña in de Stille Oceaan wordt over het algemeen geassocieerd met droog weer in het westen van de VS en nat weer in Oost-Afrika. Een La Niña in de Atlantische Oceaan zorgt voor minder neerslag in de Sahel-regio van Afrika en voor meer neerslag in delen van Brazilië. De twee La Niña’s zouden ook tegengestelde invloeden kunnen hebben op het huidige Atlantische orkaanseizoen: een La Niña in de Stille Oceaan vergroot normaal gesproken de kans op orkanen in de Atlantische Oceaan wanneer deze in september arriveert, terwijl een La Niña in de Atlantische oceaan juist bepaalde omstandigheden verzwakt die nodig zijn voor de vorming van orkanen, zoals de activiteit van golvingen in de atmosfeer.
De cycli kunnen elkaar ook rechtstreeks beïnvloeden. Hoe precies is moeilijk te voorspellen, maar er is reden om aan te nemen dat La Niña in de Atlantische Oceaan de ontwikkeling van La Niña in de Stille Oceaan kan vertragen. En dat zou de afkoelende effecten ervan op het wereldwijde klimaat vertragen, zegt McPhaden. ‘Er kan een touwtrekwedstrijd ontstaan tussen de Stille Oceaan die zichzelf probeert af te koelen, en de Atlantische Oceaan die probeert op te warmen.’