Bert Bakker onderzoekt hoe persoonlijkheid ons stemgedrag beïnvloedt en hoe populistische politici daarvan gebruikmaken.
Stemt u liever op een politicus die de strijd aanbindt met de elite, of op een politicus die daar zelf deel van uitmaakt? Bij een onderzoek dat Bert Bakker deed in de Verenigde Staten bleek dat fictieve politici met anti-elitestandpunten beter scoorden bij kiezers met een wantrouwender en cynischer persoonlijkheid, ongeacht hun verdere standpunten.
Bakker, als universitair docent politieke communicatie verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, promoveerde in 2014 op een onderzoek naar de invloed van persoonlijkheid op politieke opvattingen en stemgedrag. Nu is hij bezig met het bestuderen van populisme. Hoe weten populistische partijen zo goed in te spelen op onze gevoelens?
Waarom een inpoldering in de Biesbosch alles zegt over het landbouwbeleid van afgelopen eeuw
Eerst de boerderij, dan pas de natuur: de agrarische sector staat er bij veel mensen niet goed op. Historicus Marij Leenders beschrijft in haar onderz ...
Beïnvloedt onze persoonlijkheid hoe wij op 15 maart gaan stemmen?
‘Persoonlijkheid speelt zeker een rol. Met name instemmendheid, een van de vijf grote gedragskenmerken, heeft veel effect. Instemmende mensen zijn goed van vertrouwen en altruïstischer. Mensen die minder instemmend zijn, zijn wat starder en minder goed van vertrouwen. Ik heb samen met twee collega’s gekeken of die karaktertrekken stemgedrag beïnvloeden. Dat deed ik in verschillende landen: Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Ik keek daar naar de wisselwerking tussen de economische situatie van de ondervraagden en hun instemmendheid. De verwachting was dat instemmende mensen meer geneigd zouden zijn om welvaartsherverdeling te steunen dan minder instemmenden.’
Kwam die verwachting uit?
‘Ja, maar hun economische situatie speelde ook een belangrijke rol. Mensen uit lagere inkomensgroepen hebben meer moeite om elke maand rond te komen. Als dat de overhand heeft in je gedachten, neemt het belang van persoonlijkheid in het maken van keuzes af. Zowel meer als minder instemmende mensen in die groep steunden dus vaker welvaartsherverdeling. Persoonlijkheid is vooral in de hogere inkomensgroepen van belang bij politieke opvattingen. Zij hebben als het ware de vrijheid om te kiezen.’
Is er bij hogere inkomensgroepen dan ook meer variatie in politieke opvattingen?
‘Nee, maar de rol van persoonlijkheid bij het verklaren van de variatie wordt groter. Persoonlijkheid en economische situatie zijn eigenlijk maar twee factoren. Als sociaalwetenschappers kunnen we eigenlijk maar een heel klein beetje verklaren waarom mensen keuzes maken. Persoonlijkheid speelt zeker een rol, maar het is niet mijn boodschap dat het allesbepalend is.’
Kun je de inzichten uit uw onderzoek ook toepassen op de huidige verkiezingen?
‘Jazeker, de kern van populisme is een afkeer van de politieke elite, die wordt neergezet als corrupt en in zichzelf gekeerd. Bij welke mensen komt die boodschap goed aan? Dat zijn mensen die laag scoren op instemmendheid. Die mensen zijn wantrouwender en cynischer. De anti-eliteboodschap haakt precies aan bij de persoonlijkheid van die kiezers.’
Hoe definieert u persoonlijkheid?
‘Dat zijn de stabiele kenmerken waarin mensen verschillen. Die kenmerken zorgen dat je in verschillende situaties op een bepaalde manier reageert of handelt. Persoonlijkheid is redelijk stabiel en ontwikkelt zich vroeg in de kindertijd. Een belangrijk persoonlijkheidskenmerk is bijvoorbeeld extraversie. Dat is de mate waarin je graag met andere mensen praat of leidersrollen op je neemt. Mensen kunnen meer of minder extravert zijn. Daar is verder niets goed of fout aan, maar die mate van extraversie bepaalt wel hoe je je gedraagt op je werk of thuis.’
Hoe meet je iemands persoonlijkheid?
‘Ik gebruik het zogenaamde Big Five-model. Dat gaat uit van vijf basale persoonlijkheidskenmerken. Instemmendheid en extraversie, die ik al genoemd had, zijn daar twee van. In de jaren dertig zijn Amerikaanse psychologen gaan testen wat persoonlijkheid nou is. Ze hebben grote groepen mensen gevraag in hoeverre bepaalde woorden bij hen pasten.
‘Vervolgens gingen ze statistisch onderzoeken hoe die woorden clusterden. Welke woorden werden vaak in combinatie met elkaar genoemd? Bijvoorbeeld ‘vertrouwen’ met ‘altruïsme’ en ‘minder conflictzoekend’. Daar kwamen een aantal clusters van antwoorden uit die vaak samen werden gegeven. Dat werd de basis van de Big Five.’
Kunt u een voorbeeld geven van hoe persoonlijkheid ons stemgedrag beïnvloedt?
‘Je zou misschien verwachten dat mensen met een hoge instemmendheid (goed van vertrouwen en altruïstischer) positief tegenover immigratie staan. Die zouden niet op de PVV stemmen, maar wel op de Duitse democratisch-socialistische politieke partij Die Linke. Dat is ook een populistische partij, maar ideologisch verschillen ze heel erg van de PVV.
‘Wat bleek uit mijn onderzoek is dat mensen die minder instemmend zijn ook op Die Linke stemmen. Ongeacht of de partij links of rechts was, sprak de anti-eliteretoriek deze mensen aan. De boodschap paste precies bij hun wat cynischere wereldbeeld.
‘Dit betekent dus dat instemmende mensen niet altijd pro-immigratie zijn en minder instemmende mensen niet altijd tegen. Er bestaat wel een verband tussen persoonlijkheid en ideologie, maar dat is niet in steen gebeiteld.’
Doet de inhoud van de boodschap er dan helemaal niet toe?
‘We hebben dit verder getest in de Verenigde Staten. Daar lieten we fictieve politici zich aan mensen voorstellen. Sommige politici hadden pro-elite stand-punten, andere waren juist tegen de elite. Daarnaast hadden ze allemaal enkele andere standpunten.
‘De proefpersonen met minder instemmendheid waren veel meer geneigd om op een politicus te stemmen die een anti-elite boodschap uitdraagt. Ongeacht de verdere standpunten. De boodschap sloot aan bij hun persoonlijkheid. Niet elke laaginstemmende kiezer zal op zo’n partij stemmen, maar de kans wordt wel groter.’
Geldt dit ook voor andere partijen en persoonlijkheden?
‘We laten dit nu zien bij populisten, maar er zijn ook andere scenario’s te bedenken. Bij Jesse Klaver van GroenLinks zie je bijvoorbeeld mensen zitten die eerder instemmend lijken. Zijn boodschap past heel erg bij hun karakter.’
Spelen politici bewust in op de persoonlijkheid van de kiezer?
‘Mijn indruk is dat politici dit tot op zekere hoogte al intuïtief doen. Donald Trump bijvoorbeeld. Hij acteert misschien wel voor een deel, maar hoe hij zich gedraagt, is ook gedeeltelijk hoe hij echt is. Ik vraag me dan af: is Geert Wilders zelf ook echt wat minder instemmend? Is er een overeenkomst tussen zijn persoonlijkheid en die van de kiezers die hij aanspreekt? Het lijkt me erg interessant om dat te onderzoeken. Maar hij gaat waarschijnlijk nooit op een mailadres van de UvA reageren.’
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder in ons dossier:
- Waarom de resultaten van verkiezingen altijd teleurstellend zullen zijn (Blendle, € 0,89)
- Hoe betrouwbaar zijn kieswijzers? (Blendle, € 0,89)
- Waarom zijn wij niet in staat feiten van flauwekul te onderscheiden? (Blendle, € 0,89)