Een recent ontdekte sluipwesp is een erg manipulatief type: het dier is in staat het gedrag van ten minste zeven andere wespsoorten te beïnvloeden.
Parasieten kunnen het gedrag van hun slachtoffers op buitengewone manieren beïnvloeden. Zo dringt de parasitaire zeepok Sacculina binnen bij nietsvermoedende krabben, die vervolgens voor de larven van de zeepok gaan zorgen alsof het hun eigen baby’s zijn. Als de gastheerkrab een mannetje is, tovert de parasiet hem om in een vrouwtje.
Tot nog toe dachten wetenschappers dat elke soort parasiet slechts één gastdier kon manipuleren – of hoogstens een aantal zeer nauw verwante soorten. Maar de ‘cryptebewaarderwesp’, Euderus set, blijkt een stukje veelzijdiger te werk te gaan.
‘Bij mannen ruikt het meer naar kaas, bij vrouwen naar ui’: verrassende verhalen over microben
Ze zitten op je neus, op je bord, in je darmen, onder je voeten. Te klein om met het blote oog te zien, met oneindig veel en ...
Kop als kurk
Het was al bekend dat deze wesp de echte galwesp Bassettia pallida naar zijn hand weet te zetten. Galwespen leggen hun eieren in planten. Dat leidt tot vergroeiingen op het blad – gallen – waarin de kleine wespenlarven zich ontwikkelen. Wanneer ze volwassen zijn, kauwen de galwespen zich een weg naar buiten en vliegen ze weg.
De ‘cryptebewaarder’ zoekt zulke gallen op eikenbladen en legt daar een eitje in. In de gal infecteert de larve van de cryptebewaarder de galwespenlarve. De geïnfecteerde galwesp begint zich nog steeds, zoals gebruikelijk, een weg naar buiten te kauwen, maar stopt nu zodra het gekauwde gat net groot genoeg is voor zijn kop. In plaats van weg te vliegen, blijft hij op zijn plek, met zijn kop in het gat, zodat de cryptebewaarderlarve beschermd blijft. Zo blijft de ‘crypte’ behouden. Wanneer de larve van de cryptebewaarder een paar dagen later volgroeid is, kauwt hij zich een weg door de kop van de galwesp heen om het ‘nest’ te kunnen verlaten.
Hoe de cryptebewaarderlarve de galwesp zo weet te manipuleren dat deze precies op het juiste moment stopt met kauwen, is onduidelijk. ‘Ik zou graag willen weten hoe hij dat voor elkaar krijgt’, zegt bioloog Anna Ward van de Universiteit van Iowa in de Verenigde Staten.
Niet kieskeurig
Toen de cryptebewaarderwesp voor het eerst beschreven werd, in 2017, meenden biologen dat dit dier slechts één soort galwesp parasiteert. Maar toen Ward en haar team 23.000 gallen van tien verschillende soorten eikenbomen verzamelden, ontdekten ze dat ten minste zeven van de honderd soorten galwespen die ze zo verzamelden, geparasiteerd waren door dezelfde wespsoort. ‘We zagen dat de cryptebewaarderwesp verschillende gastdieren aanvalt die niet nauw verwant lijken te zijn’, zegt Ward.
Er zijn waarschijnlijk nog veel meer buitengewone parasieten. Ward denkt dat er meer soorten parasitaire sluipwespen bestaan dan keversoorten – maar de meeste moeten we nog ontdekken. Tot nog toe zijn er 350.000 soorten kevers beschreven, meer dan van elke andere groep dieren. Sluipwespen zijn echter klein en moeilijk te vinden, zegt Ward, en bijna niemand is naar ze op zoek.