GRONINGEN (NL) – In zijn afscheidscollege van 28 september pleitte prof dr Herman Berendsen voor een samengaan van wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie in de studie natuurwetenschappen.

Volgens de Groningse hoogleraar Berendsen zijn de natuurwetenschappen zo doordrenkt geraakt met communicatie- en informatietechnologie, dat consequenties voor de opleiding onvermijdelijk zijn. Hij beweert dat de natuurwetenschappelijke theorieën rond het midden van deze eeuw de ‘gewone’ wereld al goed wisten te beschrijven. Wetenschappers konden deze theorie echter nog niet toepassen op complexere systemen. Nu is dat dankzij computersimulaties en internet wel mogelijk.

Het is de vraag, zegt Berendsen, of het verstandig is de traditionele indeling in wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie te handhaven. In de studie natuurwetenschappen zou de student eerst moeten leren informatie te verzamelen. Ook algemene principes van natuurwetten, en de wetenschappelijke methode van analyseren, ordenen, abstraheren en beoordelen kunnen dan aan bod komen. Pas later in de opleiding zou de student klaar zijn voor specialisatie.

‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
LEES OOK

‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’

Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.

Bèta-waaier

Berendsen vindt een bondgenoot in Bennie Mols. Deze pleit in het oktobernummer van Natuurwetenschap & Techniek voor een verdere wetenschappelijke integratie. Hij wil met een fluwelen revolutie het ijzeren gordijn tussen bètawetenschappen en alfa- en gammawetenschappen opheffen.

Onder de naam bèta-waaier is de Universiteit Utrecht inmiddels begonnen aan een koppeling tussen de verschillende opleidingen. Ook de Katholieke Universiteit Nijmegen heeft de eerste schreden op dit pad gezet. Sinds drie jaar biedt zij haar studenten de opleiding natuurwetenschappen aan, een combinatie van natuurkunde, scheikunde en biologie.

Gijs van Hengstum