Londen (GB) – Er is onmiddellijk onderzoek nodig naar het voorkomen van BSE bij Britse schapen. Dat is de boodschap van epidemiologen in het tijdschrift Nature. Ze rekenden uit hoeveel menselijke slachtoffers er kunnen vallen als BSE zou uitbreken in schapenkuddes.


De wetenschappelijke en politieke wereld in Groot-Brittanië heeft nog niet veel geleerd van de voorbije crises met BSE en mond- en klauwzeer. Al vijf jaar trachten de Engelsen uit te zoeken of hun schapen dezelfde vorm van sponsachtige encefalopathie (SE) hebben als een deel van hun koeien. Het onderzoek was toegewezen aan het Institute for Animal Health (Edinburgh, Schotland) en dat gaf recent ootmoedig toe dat het spectaculair had geblunderd. Vermoedelijk had een slordige laboratoriumanalist ‘ovine’ (schapen) op monsters van runderen (‘bovine’) geschreven. In plaats van schapenmonsters werden dus de hersenen van runderen geanalyseerd. Deze onzorgvuldigheid verwees meteen de resultaten van een drieduizendtal monsters en jarenlang onderzoek naar de prullenmand.

169 analyses
Daardoor hebben ze op de Britse eilanden slechts betrouwbare gegevens over welgeteld 169 schapen. Al deze schapen hadden SE-symptomen, maar na onderzoek bleken ze allemaal te lijden aan ‘scrapie’, een schapenvariant van SE die gelukkig onschadelijk is voor de mens. Door het lage aantal geteste monsters is het echter helemaal niet zeker of er toch geen schapen rondlopen met de koeienvariant van SE. Het staat immers vast dat aan de Britse schapen evenveel besmet beendermeel gevoerd is als aan de koeien.
Als een BSE-infectie zich bij schapen net zo blijkt te gedragen als scrapie, is het hek helemaal van de dam. Een scrapie-schaap kan rechtstreeks andere dieren in een kudde infecteren. Dit is in tegenstelling met koeien, waar de BSE-infectie voornamelijk via het gebruik van besmet voer wordt doorgegeven.
De schrik zit er bij talrijke Britse wetenschappers en politici dan ook goed in. Als ze BSE bij schapen ontdekken, moet wellicht de hele schapenveestapel worden vernietigd. Aangezien bij veel Britten de brandstapels met mond- en klauwzeerkadavers nog op het netvlies staan gebrand, is dat een weinig rooskleurig toekomstbeeld.
Wat zijn de mogelijke consequenties voor de gezondheid van de mens? Deze laatste vraag wordt alvast beantwoord in het tijdschrift Nature van 10 januari. De geneticus-epidemioloog Neil Ferguson rekent de lezer samen met zijn collega’s van het Imperial College uit Londen voor hoe de menselijke variant van BSE, de ziekte van Creutzfeld-Jakob, zich zal uitbreiden, met en zonder BSE-schapen.
In een best case-scenario zullen door het eten van besmet schapenvlees ‘slechts’ vijftig mensen overlijden aan de ziekte van Creutzfeld-Jakob, in het worst case-scenario kan dat oplopen tot 150.000. Het laatste scenario houdt rekening met een lage verspreiding van BSE onder schapen op dit ogenblik, maar voorziet in een stevige uitbraak van de ziekte als gevolg van de overdracht van dier op dier volgens het scrapie-model. Het enorme verschil tussen beide scenario’s geeft volgens Ferguson nogmaals aan hoe belangrijk bijkomend onderzoek naar de verspreiding van de aandoening is.
Men kan echter veel onheil nu al voorkomen. Als men voor schapen dezelfde slacht- en vleesverwerkingsmaatregelen zou toepassen als voor runderen, zou het eventuele risico voor de mens al met negentig procent dalen, aldus de onderzoekers.

Peter Raeymaekers