De hoeveelheid CO2 die bomen kunnen vastleggen wordt overschat in de huidige klimaatmodellen. Vooral bij koude en droge bossen gaan de modellen uit van een te hoge CO2-opname.

Om klimaatverandering binnen de perken te houden, moeten we wereldwijd veel minder broeikasgassen uitstoten. Bomen kunnen ons daar een handje bij helpen. Die leggen immers CO2 uit de lucht vast in hun stam, takken, bladeren en wortelnetwerk. Bossen spelen daarom een belangrijke rol in de strijd tegen klimaatverandering. Maar de huidige klimaatmodellen overschatten deze bijdrage waarschijnlijk, stelt een internationale onderzoeksgroep. Uit hun onderzoek blijkt dat bomen niet per se harder gaan groeien als de hoeveelheid CO2 in de lucht toeneemt – iets waar de meeste modellen wel van uitgaan.

CO2-slurpers

Tijdens hun leven nemen bomen CO2 op uit de lucht via hun bladeren. Via fotosynthese zetten ze dit – met behulp van zonlicht en water – om in suikers en zuurstof. De suikers gebruikt de boom om te groeien. Zo verandert een broeikasgas in hout, bladeren en wortelen.

Mieren zijn magnifieke navigators
LEES OOK

Mieren zijn magnifieke navigators

Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.

Als je puur naar de fotosynthese kijkt, dan lijkt het logisch dat meer CO2 in de lucht ervoor zorgt dat bomen meer gaan groeien. Een toename van dit broeikasgas zou dan dus leiden tot meer planten; zolang je zorgt voor genoeg ruimte waar ze kunnen groeien.

Klimaatmodelleurs nemen meestal aan dat het verband tussen CO2-opname en groei ongeveer lineair is: twee keer zoveel CO2-opname betekent twee keer zoveel groei. Maar dat blijkt niet het hele verhaal. Steeds meer onderzoeken tonen aan dat andere omgevingsfactoren ook een rol spelen. Denk aan de temperatuur, de hoeveelheid water en de voedingsstoffen in de bodem. Als je wilt voorspellen hoe bomen zullen reageren op een veranderend klimaat, dan is het belangrijk om te weten welke factoren de groei kunnen remmen.

Boomringen

In hun nieuwe publicatie laat een internationale onderzoeksgroep zien dat meer CO2 niet gelijk staat aan meer boomgroei. Hiervoor bestudeerden de onderzoekers bomen in 78 bossen in Noord-Amerika, Europa, Japan en Australië. Ze maten daar de hoeveelheid CO2 die de aanwezige bomen kunnen opnemen. Dit deden ze met meettorens die de CO2-concentratie en de windstromingen in de lucht registreren. Die metingen combineerden ze met gegevens over die boomgroei, die ze haalden uit de internationale boomring-databank. Voor de boomring-metingen zijn kernen uit bomen geboord. De breedte van elke ring vertelt je hoe snel een boom groeide.

Lees ook: Klimaatmodellen schetsen te gunstig beeld van koolstofopname door tropische bossen

In hun analyse van deze metingen vonden de onderzoekers niet de lineaire relatie tussen CO2-opname en boomgroei waar klimaatmodellen op gebaseerd zijn. Als de CO2-opname van bomen toenam, was er geen gelijktijdige toe- of afname van de boomgroei. Dit gold met name voor koude en droge gebieden, schrijven de onderzoekers. Dit sluit aan bij een eerder onderzoek naar de invloed van CO2 op de groei van tropische bossen de afgelopen 500.000 jaar. Dit onderzoek, onder leiding van de Universiteit van Amsterdam, verscheen begin mei in Science. Daarin schreven de onderzoekers ook dat de invloed van CO2 in de lucht op boomgroei wordt overschat.

Houten kernen voor het meten van de boomringen.
Beeld: Antoine Cabon

Ademen

‘Deze resultaten benadrukken dat de relatie tussen fotosynthese en groei niet zo simplistisch is als de huidige weergave in modellen’, schrijven de Amerikaanse onderzoekers Julia Green en Trevor Keenan in een gelijktijdig gepubliceerd commentaar. Maar, vervolgen ze, het onderzoek heeft enkele tekortkomingen. Zo ‘ademen’ planten een deel van de CO2 ze tijdens de fotosynthese opnemen terug de lucht in. Niet alle opgenomen koolstof is dus beschikbaar voor groei. Hier houden de onderzoekers geen rekening mee.

Verder wijzen Green en Keenan erop dat er alleen gekeken is naar boomringen. Maar bomen slaan koolstof niet alleen op in de vorm van hout. Ze gebruiken het ook voor de groei van hun wortelstelsel en bladeren. Houtachtige groei komt dus niet exact overeen met de totale vastgelegde hoeveelheid koolstof.

Ondanks deze beperkingen past het onderzoek in een trend van publicaties waaruit blijkt de de huidige klimaatmodellen de bijdrage die bomen kunnen leveren overschatten. Dat geeft aan dat wetenschappers nog niet goed genoeg begrijpen hoe bomen groeien.