Continue blootstelling aan 4°C gedurende twintig dagen remde de groei van tumoren in muizen. Ook verbeterde het de overlevingskans van muizen met vijf verschillende typen kankercellen.

Lage temperaturen kunnen de groei van kankercellen afremmen, zo blijkt uit onderzoek bij muizen en bij één persoon die tumoren in zijn lymfestelsel heeft, genaamd Hodgkin-lymfoom.

Hongerige tumor

Blootstelling aan lage temperaturen kan bruine vetcellen aanzetten tot het verbranden van glucose, wat de belangrijkste energiebron van kankercellen is. Sommige kankerbehandelingen verstoren de opname van glucose om verdere groei van tumoren te vertragen of te voorkomen.

Ieder mens een persoonlijk dieet
LEES OOK

Ieder mens een persoonlijk dieet

Gezondheidseconoom Milanne Galekop onderzocht gepersonaliseerde diëten. Zijn die echt de moeite en de kosten waard?

Bij deze behandelingen worden meestal geneesmiddelen gegeven. Maar het blijkt dat blootstelling van het hele lichaam aan koudetherapie ook de glucoseopname kan verstoren. Geneesmiddelen hebben vaak meer bijwerkingen en de toediening is bovendien complexer dan bij koudetherapie.

Klappertandende muizen

Yihai Cao, hoogleraar vasculaire biologie, en zijn collega’s aan het Karolinska-Instituut in Zweden testten of behandeling met kou effectief is tegen kanker. Hiertoe brachten ze vijf verschillende typen kankercellen in bij een groep muizen. Een deel van de knaagdieren werd vervolgens gedurende 20 dagen continu blootgesteld aan zeer lage temperaturen, die wel boven het vriespunt lagen.

Deze blootstelling activeerde het bruine vetweefsel van muizen. Bruin vet verbrandt energie  in plaats van het op te slaan, waardoor er minder energietoevoer was naar tumoren. De groei van de tumoren werd aanzienlijk geremd bij deze muizen. Hun overlevingskans was bijna twee keer zo hoog als bij muizen die geen behandeling kregen.

‘Niet direct kankercellen aanpakken, maar het metabolisme in het hele lichaam veranderen om tumoren te ontregelen, is echt een nieuw idee’, zegt Cao.

De sleutel

Om de mogelijkheid uit te sluiten dat de tumorremming aan iets anders te danken was dan aan de koudetherapie, grepen Cao en zijn team op verschillende manieren in. Nadat ze het bruine vet van de aan kou blootgestelde muizen chirurgische verwijderden, was er geen tumorremming. Ook na het uitschakelen van het gen waardoor bruin vet warmte genereert, was deze remming niet langer aanwezig.

De tumorremming was ook afwezig wanneer de muizen een hoog-glucosedieet kregen, wat suggereert dat de groei van de tumoren werd geremd door een gebrek aan glucose. Het team voerde ook een genetische analyse uit op de aan kou blootgestelde tumoren, waarbij een afname werd gevonden van biologische markers die gelinkt zijn aan glucoseconsumptie.

Bij mensen

In een tweede deel van het experiment stelden Cao en zijn team een groep van zes gezonde menselijke vrijwilligers twee weken lang twee tot zes uur per dag bloot aan een temperatuur van 16°C. Net als bij de muizen werd het bruine vetweefsel van de vrijwilligers geactiveerd.

De onderzoekers stelden vervolgens een persoon met Hodgkin-lymfoom zeven dagen lang continu bloot aan 22°C. Niet alleen werd het bruine vet geactiveerd, maar ook verbruikten de tumoren gedurende deze periode minder glucose.

Haken en ogen

De resultaten zijn solide, maar zowel bij dieren als bij mensen met tumoren moet er meer onderzoek worden gedaan, zegt universitair hoofddocent kankermetabolisme Katiuscia Bianchi van het Barts Kankerinstituut in Londen.

Volgens Saverio Tardito, groepsleider van het kankermetabolismelab van het Beatson-instituut in Glasgow in het Verenigd Koningkrijk, zijn de resultaten ‘opvallend’. Hij stelt dat, aangezien deze behandeling hoogstwaarschijnlijk zou worden toegediend in combinatie met chemotherapie, het een een negatieve invloed zou kunnen hebben op chemotherapie-medicijnen. Ditmoet worden uitgesloten voordat gecombineerde behandelingen kunnen plaatsvinden.

Cao zelf erkent dat genetische variatie in  bruin vet bij mensen en de reactie van dat vet op kou, de behandeling voor sommigen ongeschikt zou kunnen maken. Mensen met een later stadium van kanker, die al gewicht hebben verloren, kunnen misschien ook niet het risico lopen om nog meer gewicht te verliezen door bruin vet-gedreven energieconsumptie, zegt hij.