Brian Borowski heeft een superzintuig. Hij is blind vanaf zijn geboorte en ontdekte al jong dat hij zijn omgeving kan verkennen met echolocatie, dezelfde techniek als vleermuizen gebruiken. Brian kijkt naar de wereld door met zijn vingers te knippen of met zijn tong te klakken. 

Brian Borowski is blind, maar ziet met zijn oren Foto: Travis Isaacs
Brian Borowski is blind, maar ziet met zijn oren
Foto: Travis Isaacs

Wanneer leerde je echolocatie te gebruiken?

‘Waarschijnlijk was ik toen drie of vier jaar oud. Ik ontdekte het samen met mijn broer David die een jaar jonger is en ook blind. Mijn ouders waren bezig om metalen staven in de grond te slaan. Mijn broer en ik merkten dat het geluid van de hamerslagen heel sterk weerkaatste tegen het huis. We realiseerden ons dat we dat konden gebruiken.

Softies? Sneeuwvlokjes? Niks daarvan – Gen Z is superkrachtig, zegt deze neurowetenschapper
LEES OOK

Softies? Sneeuwvlokjes? Niks daarvan – Gen Z is superkrachtig, zegt deze neurowetenschapper

Niks sneeuwvlokjes. Volgens neurowetenschapper Eveline Crone zijn hedendaagse jongeren juist sterk in een extreem ingewikkelde tijd.

‘Onze technieken werden steeds beter door verstoppertje te spelen met onze andere broer die wel kan zien. Als hij zich voor ons verstopte ging hij gewoon midden op het grasveld te staan. Eerst konden we hem niet vinden, maar toen we echolocatie beter onder de knie kregen moest hij zich gaan verstoppen achter bomen. Al snel vonden we hem ook daar.’

Heeft het je geholpen om verdere stappen te zetten?
‘Ja. We verhuisden naar een boerderij toen ik een jaar of dertien was. Daar leerden mijn broer en ik onszelf fietsen. Dat deden we niet alleen door echolocatie. Andere dingen hielpen ons ook om te weten waar we waren: de helling van de weg, de structuur van het wegdek en hoe compact de grindlaag was. Maar we maakten ook altijd klik-geluiden waardoor we wisten waar het gras langs de kant van de weg groeide en waar onze brievenbus stond als we in de buurt van de oprit kwamen. Zo wisten we waar we moesten afslaan.’

Je hebt dus nooit trainingen gehad?
‘Nee, op mijn school vonden ze dat niet verstandig. Ze zeiden dat blinde mensen al genoeg problemen hebben om in de maatschappij te passen en geen dingen moeten doen waardoor ze nog meer verschillen van de anderen. Dat advies negeerden we zo goed mogelijk. Als de leraren het ons echt moeilijk maakten deden we het gewoon eventjes niet bij hen in de buurt. Maar daarna gingen we natuurlijk gewoon verder.’

Is echolocatie nog steeds de belangrijkste manier om je weg te vinden?
‘Als ik naar een nieuwe plaats ga is er een hoop informatie te verwerken. Ik luister naar alle geluiden om me heen, of dat nou pratende mensen of lawaaiige machines zijn. Ik probeer eerst uit te zoeken hoe groot de omgeving is. Dan sla ik met mijn stok of maak een geluid en luister of het terug komt. Als ik loop, luister in naar de veranderende geluiden van dingen waar ik voorbij ga en objecten die voor me opdoemen.’ 

‘Als je ouder wordt gaat je gehoor achteruit. Toen ik jonger was kon ik meer details verkrijgen door echolocatie. Nu kan ik alleen zeggen of voorwerpen groot of klein zijn, maar niet echt meer wat het precies is.’

Kun je nog steeds fietsen?
‘Ja, ik rijd nog altijd rond op de fiets. Soms loop ik een rondje met een goede digitale recorder. Als ik later de opnames afspeel, hoor ik precies hoe de wereld op dat moment was. Ik weet dan waar ik liep, hoe ver de auto’s bij me vandaan waren en of er een hek rechts of links van me was. Zo beleef de hele ervaring opnieuw.

‘Ik kwam op dit idee toen ik naar een podcast van een andere blinde luisterde over een wandeling die hij maakte. Ik hoorde muren van gebouwen twee meter rechts van hem en een deuropening waar hij doorheen liep. Het zou best kunnen dat hij dat zelf niet eens hoorde, maar ik kon me een volledige voorstelling maken van de wereld waarin hij op dat moment was.’

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief. 

Lees ook: