Een bliksemflits raakt de grond niet op één plek maar op meerdere plaatsen tegelijk.
De kans om door de bliksem geraakt te worden, is ongeveer 45 procent hoger dan wat men tot op heden dacht. William Valine en Philip Krider van het instituut voor atmosfeerfysica van de universiteit van Arizona ontdekten dit in een door de NASA gesubsidieerd onderzoek.
De astrofysici filmden met een videocamera bliksemflitsen in Tucson, Arizona. Ze namen 386 bliksemflitsen op die van de wolken tot aan de grond kwamen. Deze 386 flitsen kwamen op 558 verschillende plaatsen op de grond terecht. Elke flits slaat dus gemiddeld op 1,45 verschillende plaatsen in. Krider noemt dit getal belangrijk: “Als je de kans om geraakt te worden door de bliksem wilt kwantificeren, is deze 45 procent hoger dan het aantal bliksemflitsen. Eerder ging men uit van één inslag per flits”.
Op zoek naar de vliegroute van de grote stern
Ecoloog Ruben Fijn bracht met gps voor het eerst uitgebreid het vlieggedrag van de grote stern in kaart. Zijn onderzoek laat ...
Bliksem is het gevolg van een ontlading van statische elektriciteit tussen grote volumes positieve en negatieve lading die zich ophopen in onweerswolken. De hoogste temperatuur die de flits bereikt, is ongeveer vijf keer zo heet als het oppervlak van de zon. Blikseminslagen veroorzaken in de Verenigde Staten jaarlijks een kleine honderd dodelijke ongelukken en staan daarmee achter extreme hitte en overstromingen derde op de lijst van weergerelateerde moordenaars.
Sonja Jacobs