Biologen zijn een manier op het spoor om bacteriën die uit verdediging samenklonteren van elkaar te scheiden. Handig voor de bestrijding van bacteriën en ‘biofilms’ in het ziekenhuis, zei Harvard-bioloog Richard Losick op het jaarcongres van de moleculair-biologenvereniging EMBO in Barcelona.

Losick onderzocht de bodembacterie Bacillus subtilis die, net als vele andere bacteriën, samenklontert om zo beter beschermd te zijn voor gevaren zoals antibiotica. Als het voedsel na verloop van tijd opraakt, scheiden de bacteriën zich weer van elkaar. Losick identificeerde twee genen – RacX en ylmE – die daarvoor verantwoordelijk zijn.

Bacteriën waarbij hij de genen had uitgezet, konden niet meer loskomen uit hun biofilm, vertelde Losick op het congres in Barcelona. Ook bestudeerde Losick wat er gebeurt als de genen op overactief worden gezet. Dan ontstaat er überhaupt geen biofilm.

Nieuwe technologie onthult het verborgen leven van dinosauriërs
LEES OOK

Nieuwe technologie onthult het verborgen leven van dinosauriërs

Van migrerende planteneters tot toegewijde ouders: paleontologen ontrafelen stukje bij beetje het gedrag van dinosauriërs.

Antibiotica
RacX en ylmE bevatten informatie waarmee de bacteriën zogeheten D-aminoaciden maakt. Die stoffen gaan naar het celmembraan en zorgen ervoor dat de bacterie de banden met de buren los laat. Hoe dat precies gebeurt, is nog onduidelijk. Ook wil Losick bekijken wat voor effect D-aminoaciden op andere bacteriesoorten heeft.

Dat kan handig zijn om bacteriën weg te krijgen, want in een biofilm zijn bacteriën beter beschermd tegen antibiotica. Losick verwacht dat ook de biofilm van de ziekenhuisbacil Stafylococcus aureus oplost als er D-aminoaciden toegevoegd worden. Die bacil heeft de vervelende neiging om biofilms op katheters te vormen. In de toekomst kunnen de aminoaciden gebruikt worden om katheters mee in te smeren, zodat er geen biofilms op gevormd kunnen worden, verwacht Losick.

Of het veilig is om patiënten D-aminoaciden te geven, vermoedt Losick het antwoord al op te hebben. ‘In Japan eet men sojabonen gefermenteerd in Bacillus subtilis, nattō. Die scheiden D-aminoaciden uit, dus de Japanners moeten ze binnenkrijgen. En ze worden er niet ziek van.’

Liz Brower