In theorie kunnen buitenaardse beschavingen de energie van hun ster aftappen door een enorme structuur om de ster heen te bouwen. Deze zogeheten dysonbollen zouden op een typische manier warmtestraling afgeven. Astronomen hebben nu zestig sterren gespot waar zo’n warmtebron te zien is.
Bij tientallen sterren in onze Melkweg zijn mysterieuze pieken van warmtestraling aan het licht gekomen. Volgens astronomen kan dit erop wijzen dat buitenaardse beschavingen energie van hun sterren aftappen. Ze zouden daarvoor gebruikmaken van enorme constructies die bekendstaan als dysonbollen. Uiteraard zijn er ook natuurlijke verklaringen mogelijk voor de waarnemingen.
Energietap
Dysonbollen, die voor het eerst zijn opgetekend in de jaren zestig, zijn hypothetische structuren die hele sterren omringen. Ze absorberen de energie van het sterlicht. Zo kunnen ze geavanceerde buitenaardse beschavingen van enorme hoeveelheden energie voorzien.
‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.
Als zulke objecten bestaan, zouden ze warm genoeg moeten zijn om een meetbare gloed af te geven van infrarood licht. Dit ‘techsignaal’ kan wijzen op de aanwezigheid van buitenaards leven.
Twee teams van astronomen, een onder leiding van Matías Suazo van de Universiteit van Uppsala in Zweden en een onder leiding van Gabriella Contardo van de International School for Advanced Studies in Italië, speurden naar zulke techsignalen van dysonbollen. Ze gebruikten daarvoor de waarnemingen van de Gaia-satelliet van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Die brengt de positie en beweging van miljarden sterren in ons sterrenstelsel in kaart. De onderzoekers combineerden de Gaia-gegevens met infraroodmetingen van andere telescopen.
Beide teams analyseerden dezelfde 5 miljoen sterren. Beide ontdekten daarin overtollige infraroodstraling, oftewel warmte, die niet direct te verklaren is door bekende natuurlijke processen. ‘De meest fascinerende verklaring zouden echte dysonbollen zijn’, zegt Suazo.
Zestig kandidaten
Suazo’s team zag aanwijzingen bij zeven rode dwergsterren, op een afstand van minder dan 900 lichtjaar van de aarde. Deze sterren zijn kleiner en zwakker dan onze zon. Toch zijn ze tot zestig keer helderder in het infrarood dan verwacht.
Dat warmtesignaal kan het resultaat zijn van iets met een temperatuur tot ongeveer 25 graden Celsius. Dat is wat we zouden verwachten van een dysonbol.
Zo’n 16 procent van een ster zou verduisterd moeten zijn door de dysonbol om deze waarnemingen op te leveren. Dat komt overeen met een variant van de ‘bol’, het idee van een dysonzwerm. Daarbij draait een verzameling grote satellieten rond de ster om energie op te vangen. ‘Dit is geen enkele vaste schil rond de ster’, zegt teamlid Jason Wright van de Pennsylvania-staatsuniversiteit.
Het team van Contardo vond 53 kandidaten, onder meer bij grotere sterren die lijken op de zon, op afstanden tot 6500 lichtjaar van de aarde. Contardo noemt de kandidaten interessant, maar onderstreept dat de metingen geen uitsluitsel geven over het bestaan van dysonbollen. ‘Er zijn vervolgwaarnemingen nodig om iets te bevestigen.’
Natuurlijke verklaringen
De metingen kunnen ook een natuurlijke verklaring hebben. Rond de sterren kunnen bijvoorbeeld hete schijven vol puin draaien, waaruit planeten ontstaan. De meeste sterren die door de teams zijn gevonden, lijken hiervoor echter te oud te zijn. Een andere mogelijkheid is dat elke ster vanuit onze zichtlijn toevallig voor een ver sterrenstelsel staat dat de infrarode gloed afgeeft.
Ook is het mogelijk dat de warmtestraling het gevolg is van een nog onbekend natuurlijk proces. ‘Het kan iets zijn dat heel zelden gebeurt, bijvoorbeeld als twee planeten op elkaar botsen en een enorme hoeveelheid materiaal produceren’, zegt astrofysicus David Hogg van de New York-universiteit, die samenwerkte met Contardo. ‘Ik denk dat het het meest waarschijnlijk is dat het een natuurlijk fenomeen is.’
De James Webb-ruimtetelescoop kan meer licht werpen op deze sterren en onthullen of de warmte afkomstig is van natuurlijk stof en puin, of van iets anders. ‘Of we sluiten alle kandidaten uit en zeggen dat dysonbollen zeldzaam zijn en moeilijk te vinden, of deze kandidaten blijven rondzingen, en we gaan ze grondig bestuderen’, zegt Wright.