Embryo’s die door ivf-klinieken als ‘abnormaal’ worden gezien, kunnen net zo goed uitgroeien tot gezonde baby’s als embryo’s zonder afwijkende cellen. Dit is goed nieuws voor stellen die met behulp van ivf een kindje willen krijgen.

Soms bevatten embryo’s een aantal abnormale cellen; vaak worden deze in een ivf-behandeling dan niet ingebracht. Nu blijkt uit twee studies dat deze ‘abnormale’ embryo’s evenveel kans maken om uit te groeien tot een gezonde baby als embryo’s zonder chromosomale afwijkingen. Dit betekent dat veel mensen die een kindje proberen te krijgen met behulp van ivf uit meer embryo’s kunnen kiezen. Ook hoeven ze zich minder zorgen te maken over embryo’s die iets afwijken van de anderen.

Selectieproces

Ivf-klinieken testen embryo’s uitgebreid voordat de meest levensvatbare worden ingebracht. Ze onderzoeken de vorm en de structuur van de embryo’s, en doen genetische tests. Zo komen ze erachter of er embryo’s tussen zitten die ernstige chromosomale afwijken hebben en daardoor niet lang in de baarmoeder zouden overleven.

Kunnen fagen helpen in de strijd tegen antibioticaresistentie?
LEES OOK

Kunnen fagen helpen in de strijd tegen antibioticaresistentie?

Faagtherapie kan de toegenomen antibioticaresistentie het hoofd bieden. Deze kleine virussen kunnen specifieke bacteriën doden.

Vaak zijn er ook een aantal embryo’s die wel levensvatbaar zijn, maar toch een aantal abnormale cellen bevatten: mozaïekembryo’s. Zo’n 1 op de 4 embryo’s die gemaakt wordt met ivf is een mozaïekembryo. Deze embryo’s worden niet gebruikt, of achtergehouden als allerlaatste optie vanwege de kans op een miskraam of op een baby met een chromosomale aandoening.

Nu zijn er twee studies die suggereren dat deze mozaïekembryo’s toch gebruikt kunnen worden. De resultaten zijn afgelopen week gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst van de American Society for Reproductive Medicine in Baltimore, Maryland.

Succesvolle zwangerschap

In de eerste studie volgden genetisch adviseur Andria Besser van het New York University Langone Fertility Center en haar collega’s de zwangerschappen van 35 vrouwen die een mozaïekembryo kregen ingebracht. Uit tests aan het eind van het eerste trimester bleek dat geen van de foetussen chromosomale afwijkingen had ontwikkeld.

De tweede studie stond onder leiding van lab-manager Antonio Capalbo van Igenomix, een bedrijf dat genetische tests voor nakomelingen ontwikkelt. Hij onderzocht de zwangerschappen van vrouwen die een ivf-behandeling ondergingen. Zo bestudeerde hij 484 embryo’s zonder chromosomale afwijkingen. Ook bekeek hij 282 mozaïekembryo’s waarvan 20 tot 30 procent van de cellen een afwijkend aantal chromosomen had en nog eens 131 mozaïekembryo’s waarvan 30 tot 50 procent van de cellen afwijkingen bevatte.

Beide soorten mozaïekembryo’s hadden eenzelfde kans als ‘normale’ embryo’s om zich te implanteren in de baarmoederwand. Daarnaast hadden ze ook een vergelijkbare kans, namelijk zo’n 42 procent, om uit te groeien tot een gezonde baby. Na de geboorte ondergingen de baby’s genetisch tests, waaruit bleek dat ze geen chromosomale afwijkingen hadden – ongeacht uit welk soort embryo ze waren gegroeid.

Moeilijk te testen

Er kunnen twee verklaringen zijn voor deze bevindingen. De eerste is dat mozaïekembryo’s een manier hebben om abnormale cellen te verwijderen naarmate zij zich ontwikkelen. De andere verklaring, die zowel Besser als Capalbo waarschijnlijker oogt, is dat moeilijkheden met het testen leiden tot het feit dat veel embryo’s worden gelabeld als mozaïekembryo’s, terwijl ze dat helemaal niet zijn.

Het testen van embryo’s is namelijk een lastig proces. De tests bestuderen kleine stukjes DNA van de laag cellen die zich om het embryo bevinden. Deze zijn moeilijk te analyseren en geven daarnaast mogelijk niet goed weer wat de chromosomale staat van het embryo zelf is.

‘Desalniettemin blijken er geen negatieve uitkomsten te zijn bij het inbrengen van deze mozaïekembryo’s’, zegt Capalbo.

Geruststelling

De bevindingen komen overeen met eerder onderzoek van Nathan Treff en Diego Marin van het klinisch laboratorium voor vruchtbaarheid, Genomic Prediction. Zij bestudeerden de uitkomsten van meer dan 2700 ivf-plaatsingen van mozaïekembryo’s. Slechts één van deze embryo’s groeide uit tot een kindje met mozaïcisme. Deze chromosomale afwijking was mild en had geen effect op de gezondheid van het kind.

Deze nieuwe kennis kan veel mensen die ivf ondergaan onnodige zorgen en pijn besparen, zegt Capalbo. Enquêtes wijzen uit dat twee derde van de mensen die ivf ondergaan en enkel mozaïekembryo’s tot hun beschikking hebben, besluiten die niet te gebruiken. Dit komt waarschijnlijk door verhalen over risico’s die de ronde gaan. Ook weigert een derde van de ivf-klinieken mozaïekembryo’s in te brengen.

‘We zien zeker een verandering in de houding ten opzichte van mozaïekembryo’s’, zegt Besser. ‘Waar iedereen eerst enorm nerveus was over het inbrengen van deze embryo’s omdat de risico’s niet bekend waren, kunnen we nu aantonen dat ze net zo goed werken als ‘normale’ embryo’s. Daarmee stellen we een heleboel mensen gerust.’

Altijd op de hoogte blijven? Denk eens na over een (proef)abonnement op New Scientist!