In de tropische regenwouden van Centraal- en Zuid-Amerika zijn negentien nieuwe soorten bidsprinkhanen ontdekt. Omdat de sprinkhanen snel en goed gecamoufleerd zijn, konden biologen ze niet eerder ontdekken.
Negentien tot voor kort nog onontdekte bidsprinkhanen zijn beschreven door zoöloog Gavin Svenson van het Natuurhistorisch museum in Cleveland. De zoöloog creëerde drie nieuwe geslachten (Fuga, Velox en Corticomantis). Het geslacht van een soort geeft aan welke organismen het nauwst verwant zijn. Met de herziening van alle Liturgusa-sprinkhanen en de beschrijving van alle nieuwe soorten is het aantal soorten van elf naar dertig gegaan. De resultaten verschijnen vandaag in het vakblad Zookeys.
Svenson verzamelde in totaal meer dan vijfhonderd exemplaren voor zijn onderzoek. De dieren waren afkomstig uit regenwouden in Centraal- en Zuid-Amerika en uit bestaande museumcollecties. De sprinkhanen die de onderzoeker in het regenwoud verzamelde ‘bevroor’ hij door ’s nachts met een lamp op ze te schijnen. Dat maakte het mogelijk de dieren te benaderen. Uit het onderzoek naar nieuwe en bestaande collecties blijkt dat de bidsprinkhanen een grotere diversiteit hebben dan wetenschappers eerst dachten.
‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.
De negentien nieuwe soorten behoren tot de neotropische soorten die op boomschors leven. Net als andere bidsprinkhaansoorten, hebben de dieren een goede camouflage. Als de dieren op bomen zitten is het bijna onmogelijk om ze te vinden, omdat ze de kleuren van schors, mos en korstmos imiteren.
Camouflage is niet de enige manier waardoor deze groep bidsprinkhanen lastig te vinden is. Door constant hun omgeving te monitoren kunnen ze actie ondernemen om zich te verstoppen als dat nodig is. De dieren weten dan naar de andere kant van een boom te rennen voordat insecteneters de kans krijgen om ze te kunnen zien. Dat betekent dat de sprinkhanen erg snel zijn. Wetenschappers weten echter niet hoe hoog de snelheid precies is.
De ontdekking van de snelheid van de bidsprinkhanen gaat in tegen wat biologen tot nu toe aannamen. Biologen dachten dat alle bidsprinkhanen langzame, strategische jagers zijn die wachten tot de prooi naar hun toekomt. Uit de nieuwe ontdekkingen blijkt echter dat de dieren juist hele actieve jagers zijn die hun prooi najagen.
Door alleen al opnieuw naar bestaande museumcollecties te kijken, kunnen wetenschappers meer inzicht krijgen in de diversiteit van bidsprinkhanen. “Veel van de groepen bidsprinkhanen uit Afrika, Azië en Australië zijn nooit meer bekeken na hun eerste beschrijving, en kunnen dus ook veel diverser zijn dan we tot nu toe weten”, zegt Svenson.
Het onderzoeksproject waar Gavin Svenson nu aan werkt heeft als doel om bidsprinkhanen te classificeren op basis van hun DNA. Hij hoopt hiermee de juiste evolutionaire relaties van de dieren te vinden.
Lees meer: