Ongeveer 19 miljoen jaar geleden stierf bijna 90 procent van alle haaien plotseling uit. Niemand weet waardoor dat kwam.
Haaien bestaan al minstens 420 miljoen jaar. In die tijd hebben meerdere grote uitstervingsgolven plaatsgevonden. Tot dusver werd gedacht dat haaien daar goed tegen bestand waren.
De Amerikaanse biologen Elizabeth Sibert (Yale-universiteit) en Leah Rubin (State University of New York) hebben nu het eerste bewijs gevonden voor een uitstervingsgolf onder pelagische haaien. Dat zijn de haaien die in de open oceanen leven.
‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.
Moddermonsters
De biologen namen moddermonsters van de bodem van de Grote Oceaan. Daaruit haalden ze microfossielen van haaienschubben, de zogeheten ichthyolitische tandjes. De moddermonsters kwamen uit de bovenste 15 meter van de zeebodem. Ze zijn in de afgelopen 40 miljoen jaar ontstaan.
Sibert en Rubin brachten in totaal 1263 gefossiliseerde tandjes in kaart. Ze ontdekten dat er rond 19 miljoen jaar geleden, in het Mioceen-tijdperk, een plotselinge afname was van de hoeveelheid en diversiteit van haaienschubben.
‘Er lijkt in het vroege Mioceen een grote uitstervingsgolf te hebben plaatsgevonden, waaraan ongeveer 90 procent van de haaien in de open oceanen ten onder ging’, zegt Sibert. Dat is meer dan twee keer zoveel als het percentage haaien dat uitstierf tijdens de massa-extinctie van 66 miljoen jaar geleden, die onder andere de dinosauriërs deed verdwijnen.
Selectief
Volgens Sibert vond de uitstervingsgolf geologisch gezien vrij abrupt plaats: gedurende 100.000 jaar. Rubin stelt dat de haaien nooit van deze klap lijken te zijn hersteld. De hoeveelheid en diversiteit van haaienschubben is namelijk de afgelopen 19 miljoen jaar gelijk gebleven.
De onderzoekers hebben geen verklaring voor de uitstervingsgolf. ‘Er waren geen noemenswaardige klimaatgebeurtenissen in het vroege Mioceen’, zegt Rubin.
‘Deze uitstervingsgolf oogt zeer selectief, aangezien alleen haaien erdoor getroffen lijken’, zegt Matt Friedman van de Universiteit van Michigan in Ann Arbor. Rubin denkt echter dat doordat haaien toppredators zijn, de uitstervingsgolf een lawine-effect in de voedselketen moet hebben veroorzaakt en dus ook ander oceaanleven moet hebben aangetast.
Type schub
De in haaien gespecialiseerde paleontoloog Charles Underwood van de Universiteit van Londen is sceptisch over het onderzoek. ‘Haaienschubben zijn, in tegenstelling tot haaientanden, nog maar zelden in detail bestudeerd’, zegt hij. De verandering in de hoeveelheid en diversiteit van de haaienschubben kan volgens hem ook verband houden met een verschuiving in het type schub. In dat geval zou het fossiele bewijs alleen aantonen dat het ene type haaienrestant beter bewaard blijft dan het andere.
Het onderzoek is gepubliceerd in Science.