Men spreekt wel van de ultieme Pokémon. Biologen hebben voor het eerst in decennia drie nieuwe dode exemplaren geanalyseerd van Zenkerella, een eekhoornachtig knaagdier met geschubde staart dat nog nooit levend is gezien.
De Zenkerella insignis is een van de slechts zes diersoorten die sinds het begin van het Eoceen – 49 miljoen jaar geleden – nauwelijks zijn geëvolueerd. Biologen zijn daarom erg geïnteresseerd in het knaagdier. Omdat Zenkerella echter diep in de Afrikaanse jungle leeft en vrijwel alleen ’s nachts de hoge boomtoppen verlaat, hebben biologen het ‘levende fossiel’ nog nooit in leven bestudeerd.
Jagers vonden de drie dode Zenkerella’s in valstrikken op het eiland Bioko aan de westkust van Afrika. Tot dusver waren van slechts elf exemplaren van het mysterieuze knaagdier de restanten in musea opgeborgen.
Mieren zijn magnifieke navigators
Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.
Zweven
Met de nieuwe exemplaren konden biologen voor het eerst het genoom van Zenkerella onder de loep nemen. Ze vergeleken het DNA met dat van andere knaagdieren. In een publicatie in vakblad PeerJ stellen ze dat Zenkerella verwant is aan twee andere geschubstaarte eekhoorns die van boom naar boom kunnen zweven. Dat was een opmerkelijk resultaat, omdat Zenkerella zelf niet de anatomische eigenschappen heeft om te zweven.
Meer onderzoek moet licht werpen op de tot nu toe volledig onbekende levenswijze van Zenkerella. Tevens hopen biologen met die informatie binnenkort voor het eerst een levend exemplaar te vinden.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: