Meer dan 11.000 jaar geleden sprongen kinderen in een plas water die was ontstaan in het spoor van een inmiddels uitgestorven luiaardsoort. Dat blijkt uit fossiele voetafdrukken.

Het springen in modderige plassen heeft een verrassend lange geschiedenis. Fossiele voetafdrukken op een archeologische vindplaats in New Mexico tonen aan dat een groep jonge mensen minstens 11.500 jaar geleden een paar zorgeloze minuten doorbracht met vrolijk spetteren. De wereld zag er toen heel anders uit dan nu: de plas in kwestie was ontstaan in de diepe voetsporen van een nu uitgestorven reuzenluiaard.

De voetafdrukken werden ontdekt in het natuurpark White Sands. Hier bevindt zich een opgedroogde meerbedding van ongeveer honderd vierkante kilometer groot. De vlakte bevat duizenden voetafdrukken van mensen, mammoeten, sabeltandtijgers en andere bewoners van het prehistorische Noord-Amerika. Sommige van de sporen suggereren dat de mens 23.000 jaar geleden het Amerikaanse continent bereikte – ongeveer 8000 jaar eerder dan gedacht.

Waarom een inpoldering in de Biesbosch alles zegt over het landbouwbeleid van afgelopen eeuw
LEES OOK

Waarom een inpoldering in de Biesbosch alles zegt over het landbouwbeleid van afgelopen eeuw

Eerst de boerderij, dan pas de natuur: de agrarische sector staat er bij veel mensen niet goed op. Historicus Marij Leenders beschrijft in haar onderz ...

Dagelijks leven

Bijzonder is dat de voetafdrukken in White Sands ons een glimp geven in het dagelijks leven van de vroege Amerikanen. Matthew Bennett, geografisch wetenschapper van de Bournemouth-universiteit, bestudeert de sporen al enkele jaren. Hij en zijn team analyseren de afdrukken om bijvoorbeeld de leeftijd van de eigenaar te bepalen, of hoe snel ze liepen of rennen. Vervolgens kunnen ze de sporen volgen en zien hoe gebeurtenissen zoals de jacht op dieren verliep. ‘Wat er is gebeurd, staat in de sporen geschreven’, zegt Bennett.

In een nog ongepubliceerd onderzoek hebben Bennett en zijn team een verzameling afdrukken gevonden die een bijzonder verhaal vertellen. Het begint met een set van ongeveer veertig centimeter lange voetafdrukken die laten zien dat een reusachtige luiaard – van neus tot staart misschien wel 3 meter lang – ooit door het landschap heeft gelopen.

Plonsplas

Later doken er op die plek een groep van drie tot vijf kleine kinderen op. Hun voetafdrukken zijn geconcentreerd rond een specifieke afdruk van de luiaard. De manier waarop hun sporen de afdruk van de luiaard vervormen, vertelt ons dat de grond nat was, zegt Bennett.

Het is onmogelijk om met zekerheid te zeggen wat er gebeurde, maar Bennett zegt dat de meest logische interpretatie is dat water zich in de afdruk van de luiaard had verzameld om een plas te vormen waarin je perfect kon plonzen. Onweerstaanbaar voor kinderen, zelfs in de prehistorie.

Kevin Hatala, bioloog aan de Chatham-universiteit, kijkt ernaar uit om meer over de sporen te leren zodra ze in een wetenschappelijk rapport verschijnen. ‘Zulke gegevens tonen de unieke potentie van voetafdrukken om informatie vast te leggen die uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk, te observeren of af te leiden is uit ander materiaal, zoals beenderen en stenen werktuigen.’