Vandaag exact een jaar geleden overleed de wereldberoemde natuurkundige Stephen Hawking. Als eerbetoon beantwoordden drie Nederlandse topwetenschappers gisteren in een bomvolle zaal van TivoliVredenburg een aantal van Hawkings meest prangende vragen uit zijn boek De antwoorden op de grote vragen.
Moeten we de ruimte koloniseren?
Ecoloog en exobioloog Wieger Wamelink van Wageningen universiteit beet het spits af met de vraag ‘Moeten we de ruimte koloniseren?’ Wamelink antwoordde gelijk volmondig ‘ja’ en hij liet ook meteen zien wáár op Mars we dan heen moeten, welke groenten we nu al kunnen telen in Marsachtige omstandigheden, en wat we allemaal nodig hebben om er te kunnen overleven. Tomaten, bonen en aardappels zouden we nu al kunnen verbouwen op Mars en Wamelink heeft zelfs al radijsjes verbouwd in maangrond. Niet alleen moeten we de ruimte koloniseren, we kunnen het en we gaan het doen ook. Wamelink verwacht dat de eerste mensen na 2030 op Mars zullen wonen.
'Als maaltijdbezorger heb je je te voegen naar de algoritmes'
Arbeidsrechtspecialiste Jana Retkowsky onderzocht het werk van maaltijdbezorgers. 'Door het algoritme worden ze als robots.'
Zal kunstmatige intelligentie slimmer worden dan wij?
Max Welling, hoogleraar machine learning aan de Universiteit van Amsterdam, beantwoordde in een interview met New Scientist-hoofdredacteur Jim Jansen Hawkings vraag ‘Zal kunstmatige intelligentie slimmer worden dan wij?’ Hawkings angst voor een superintelligentie die slimmer is dan de mens deelt Welling niet. Eerder dan dat kunstmatige intelligentie (KI) slimmer wordt, stelt Welling dat mens en KI zullen co-evolueren en dat KI en de mens meer en meer met elkaar verweven raken. In de toekomst zal er een breed scala aan intelligente systemen zijn die naast elkaar bestaan. De manier waarop we met informatie omgaan, zal drastisch veranderen.
De échte gevaren waar we ons druk om moeten maken, zijn niet zoals Hawking stelde superintelligenties die de mens voorbij zullen streven, maar liggen een stuk dichterbij. Zo waarschuwt Welling dat we gezien de mogelijkheden die KI biedt om mensen te manipuleren vooral kritisch moeten kijken naar hoe we deze nieuwe, intelligente technologieën in gaan zetten.
Wat zit er in een zwart gat?
Erik Verlinde, hoogleraar theoretische fysica aan de Universiteit van Amsterdam, legde zich toe op misschien wel de ingewikkeldste vraag van de avond: ‘Wat zit er in een zwart gat?’ Ondanks de ingewikkelde stof slaagde Verlinde erin om op een heldere manier te laten zien wat er in een zwart gat – dat door de hawkingstraling wellicht niet eens zo zwart is – zou kunnen zitten. Een zogeheten singulariteit – een plek waar de regels van ruimtetijd niet langer gelden. In tegenstelling tot het doel dat Hawking zichzelf stelde: ‘een totaal begrip van het universum, waarom het is zoals het is, en waarom het er überhaupt is’, geeft Verlinde aan dat zelfs theoretisch natuurkundigen misschien nooit álles kunnen weten.
Aansluitend aan de drie presentaties was het tijd voor een paneldiscussie, waarin de wetenschappers onder andere bespraken of Hawking de grootste wetenschapper was van onze tijd. Nee, was de conclusie, er zijn wetenschappers die meer voor de wetenschap betekend hebben met hun ontdekkingen. Maar, zo zijn allen het eens, voor het bij de mens onder de aandacht brengen van de wetenschap heeft Hawking enorm veel betekend, en dat is misschien wel net zo belangrijk. Tijdens deze avond in TivoliVredenburg bleek wel dat Hawking, zelfs na zijn dood, nog steeds in staat is om mensen enthousiast te maken voor de wetenschap.