Nederlanders zijn erg vrouwelijk, zegt de Utrechtse hoogleraar Kees van den Bos. Amerikanen daarentegen zijn heel mannelijk. U begrijpt natuurlijk allang waar Van den Bos op doelt: we overleggen hier te veel. We zijn voortdurend in vergadering, en een (in onze ogen) goede baas is een baas die net zo lang doorpraat totdat iedereen volledig uitgeput is en met zijn compromisvoorstel instemt. Dat noemt Van den Bos (maar hij niet alleen, natuurlijk) erg vrouwelijk. Waarom eigenlijk?

Vrouwen streven altijd naar consensus, zo luidt het cliché. Naar rust en orde. Ze kunnen niet tegen stress. Ze zijn bang fouten te maken. Sterker nog, ze gaan, als het erop aankomt, echt fouten maken. De Italiaanse econoom Marco Paserman analyseerde ooit ruim tweehonderd tenniswedstrijden van mannen en vrouwen tijdens grand slam toernooien, en constateerde dat vrouwen op cruciale momenten vaker mis gaan slaan. De mannelijke tennissers lieten op die momenten géén dip zien. Volgens Paserman is tennissen zoiets als besturen en is dat de reden dat we zo weinig vrouwen in de top aantreffen. De man treft geen blaam; het is gewoon het vrouwenbrein dat op cruciale momenten faalt.

Het aardige aan deze vrouwonvriendelijke hypothese is dat ze ook gebruikt kan worden om het falen van de man te verklaren. Bijvoorbeeld als het gaat om schooluitval. Onder de vroegtijdige schoolverlaters zitten veel meer jongens dan meisjes. De meiden rukken op. Al zo’n 15 jaar maken veel meer meisjes dan jongens het vwo af, en de universiteiten zitten tjokvol meiden. Hoe dat komt? Heel eenvoudig. De jongens krijgen geen eerlijke kans doordat het onderwijs ‘gefeminiseerd’ is. Volgens de een komt het doordat er veel meer vrouwen dan mannen voor de klas staan, waardoor jongens geen rolmodel meer hebben. Volgens anderen is er tijdens de lessen geen aandacht meer voor competitie, maar alleen voor ‘samenwerken’. En daar vinden jongens niks aan. En dus gaan ze spijbelen. En opnieuw is de onschuld van de man bewezen.

'Een diverse omgeving doet er niet toe als het gaat om opvattingen over nationale identiteit'
LEES OOK

'Een diverse omgeving doet er niet toe als het gaat om opvattingen over nationale identiteit'

Wonen in een diverse stad, zoals Amsterdam of Rotterdam, heeft weinig invloed op hoe mensen denken over de nationale identiteit, ontdekte socioloog Ma ...

Maar even terug naar Van den Bos. Als Nederland werkelijk zo ‘vrouwelijk’ is, als we hier werkelijk gebukt gaan onder een excessieve overlegcultuur – waarom zitten we dan hier, in dit land, met een ernstig mannenoverschot aan de top? Zouden die mannen dan niet, net als die middelbare scholieren gillend op de vlucht moeten gaan? Naar de tennisbaan, bijvoorbeeld? Dat doen ze niet. De Nederlandse bestuurders vinden het blijkbaar prima, al dat geklets, al die consensuszoekerij. En weet u waarom? Omdat dat in ons land nou net mannelijk is. Nederland is dus ook mannelijk. Alleen zijn Nederlandse mannen geen Amerikanen.

Maar met een dergelijke conclusie bereik je natuurlijk nooit de kolommen van de Journal of Personality and Social Psychology. Daar lezen ze graag dat buitenlanders verwijfd zijn.