Ook topsporters bleven thuis toen coronamaatregelen werden ingevoerd. Nederlands waterpoloër Iris Wolves en teamcoach Arno Havenga vertellen over hun ervaringen. Ze worden bijgestaan door sportpsycholoog Afke van de Wouw en sportlectoren Frank van Eekeren en Steven Vos.
In oktober aan de hemel: een supermaan
Sterrenkundejournalist Govert Schilling maakt je wegwijs aan het firmament.
De Nederlandse waterpoloër Iris Wolves kwam terug van vakantie toen de coronamaatregelen van kracht werden. ‘Op zondagavond hoorde ik dat we maandagochtend niet meer zouden trainen voor het kwalificatietoernooi’, zegt ze.
Arno Havenga, teamcoach van het waterpoloteam, zette alles op alles om zijn team fit te houden. ‘De dames moesten doortrainen om op niveau te blijven. Daarom hebben we met busjes spullen voor krachttraining rondgebracht bij alle speelsters.’
Verdubbeling van depressieve gevoelens
Volgens Afke van de Wouw, sportpsycholoog verbonden aan KNVB, hadden de maatregelen met name invloed op teamsporters. ‘Teamsporters zijn gewend om altijd samen te trainen en dat kon niet meer. Hun doel om te trainen viel weg en de structuur van de dag ook. Uit onderzoek van spelersvakbond FIFPro en de Universiteit van Amsterdam bleek dat het aantal sporters met depressieve gevoelens is verdubbeld toen coronamaatregelen werden ingesteld. Onderzoek is nodig naar hoe we hiermee om kunnen gaan.’
De gevolgen zijn volgens Frank van Eekeren, lector Impact of Sport aan Fontys Hogescholen, voelbaar voor de hele sportsector. ‘Als topsporters niet meer sporten, dan valt een inspiratiebron voor amateursporters weg. Televisiemaatschappijen zijn niet meer geïnteresseerd, sponsors investeren niet meer, het is niet meer interessant om naar te kijken. Dat is ook voor kleine clubs voelbaar, doordat er minder interesse is voor de sport.’
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door Kenniscentrum Sport en Bewegen, Sportinnovator, ZonMw en Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA.