Mosselen kunnen verhinderen dat zandplaten verdwijnen – maar dan moeten ze zich wel kunnen vestigen op de plekken waar de erosie het grootst is. Onderzoekers van HZ University of Applied Sciences ontdekten hoe je dat voor elkaar krijgt.
‘Alleen op de wereld, zo voelde ik me daar soms. En dat bedoel ik positief’, vertelt Jildou Schotanus, terwijl ze terugdenkt aan haar buitendijkse werkdagen op de Slikken van Viane, een slibgebied van de Oosterschelde dat elk laagtij droogvalt. ‘Ik liep daar eens in dichte mist over het slurpende zand. Niets wijst dan nog op het bestaan van menselijke beschaving. Je hoort alleen de harde wind en de krassende meeuwen. En een ritmisch getik. Afkomstig van oesters en mosselen die lucht laten ontsnappen. Dat klinkt net als regen.’
Van die sfeer kon de maritiem bioloog nooit lang genieten. Maandenlang werd haar levensritme strak gedicteerd door de getijden van de Oosterschelde. Bij eb daalde ze vanaf de dijk snel de drooggevallen zandplaten op, om daar met haar team haastig hekjes in het zand te slaan, hongerige krabben weg te jagen of jeugdige mosselen te inspecteren.
Zullen wij ooit een supernova zien aan de nachthemel?
Sterrenkundejournalist Govert Schilling maakt je wegwijs aan het firmament. Wat valt er te zien in november 2024?
Tijdens elke klus voelde ze de klok tikken. ‘Wanneer het water terugkeerde, kon het snel naar 3 meter hoogte stijgen’, weet Schotanus nog goed. ‘We moesten dus zorgen dat we op tijd weer op de dijk stonden, ongeacht of we onze to-dolijst hadden voltooid.’
Nuttige zandplaten
De avonturen van Schotanus in de Slikken van Viane vormden het hart van het project ‘Meerwaarde met mosselen’, mede mogelijk gemaakt door Regieorgaan SIA. De aanleiding van dit project is de bouw van de gevierde Oosterscheldekering. ‘Die heeft een disbalans in de Oosterschelde gebracht’, zegt Schotanus. ‘Er heerst nu zandhonger.’ Golven voeren nog altijd zand weg van de zandplaten bij de kust, maar door de afgenomen getijdestroming wordt onvoldoende nieuw zand aangeleverd.
Dat is problematisch, want zandplaten vervullen een nuttige taak: ze dempen golven nog voor die de dijk kunnen aanvallen. De omgeving hier herinnert permanent aan het belang daarvan. De autoweg tussen weiland en dijk draagt nog altijd de naam die hij kreeg in 1953: ‘Weg van de Buitenlandse Pers’. Een paar honderd meter verderop staat de betonnen bunker van het Watersnoodmuseum.
Grootste zorg
Maar wat hebben kustbescherming en mosselen met elkaar te maken? ‘Mosselbedden vormen een soort pantser voor de zandbanken. Bovendien vangen ze sedimenten. Daarmee verhinderen ze plaaterosie’, legt Schotanus uit. ‘Tegelijkertijd kun je met die mosselbedden een rijke voedingsbron scheppen voor foeragerende vogels en een nieuw winstmodel introduceren voor mosseltelers.’
Een gedroomde drie-in-een-oplossing dus. ‘Maar dan moet je de mosselen wel laten groeien waar ze zich van nature het moeilijkst vestigen: daar waar de erosiekracht het grootste is. Jonge mosselen spoelen makkelijk weg, de zee in. Ze hebben de tijd nodig om baarddraden te laten groeien waarmee ze zich aan elkaar vastklampen. Onze grootste zorg was daarom manieren verzinnen om jonge mosselen door die moeilijke periode te helpen.’
Piramidevormige hekjes
Schotanus herinnert zich warme dagen waarop ze het slibgebied in trok om samen met studenten hekwerkjes de zandbodem in te timmeren, rondom een tros mosselzaad. Om na de eerstvolgende storm te ontdekken dat alle hekjes uit de grond waren gerukt.
Ingenieuze krabbarrières sorteerden evenmin het gewenste effect: hongerige krabben klommen er gewoon overheen om bij hun feestmaal te arriveren. Kooien bleken ook geen handige oplossing, want daarmee werden de graag geziene vogels buitengesloten.
Na talloze experimenten en brainstormsessies besloot het team van HZ University of Applied Sciences om langwerpige, piramidevormige metalen hekjes de Oosterschelde in te werpen. ‘Het getij moest die mosselen dan tegen de hekjes laten stromen. Daar zouden ze gemakkelijk aan elkaar hechten en robuuste clusters kunnen vormen.’
Iedereen profiteert
Vanaf de grond was het onmogelijk om te beoordelen hoe goed dit plan werkte. En dus behaalde Schotanus haar dronecertificaat. Vanaf de dijk liet ze geregeld haar vliegmachine opstijgen om de voortgang vast te leggen. En jawel: de foto’s die ze vanuit de lucht maakte, bewezen dat tijdens de laatste run zo’n 32.000 kilo aan volwassen mosselen gedijde in de Slikken van Viane.
Inmiddels zijn al die mosselen weer overleden. Gestikt tijdens een plaag van schuimalgen. ‘Jammer, maar ook geen ramp’, zegt Schotanus. ‘We hebben echt bewezen dat deze methode werkt. Alle partijen kunnen hier straks van profiteren. Mosselen zelf, maar ook vogels, mosseltelers en waterschappen die zich met kustbescherming bezighouden. En daarmee dus eigenlijk alle Nederlanders.’
‘Waterschappen zijn net vliegtuigbouwers’
Zonder hoge dijken verdwijnt half Nederland onder water. Of kunnen we onze kustbescherming in de toekomst overlaten aan ingenieuze ecologische processen? Tjeerd Bouma, lector aan de HZ University of Applied Sciences, weet precies waar droom en werkelijkheid overlappen en waar niet in de strijd tegen het water.
Zullen onze dijken de komende decennia wijken voor natuurlijke vormen van kustbescherming?
‘Ik vind het een prachtig idee om de natuur in te zetten om Nederland droog te houden. Zeker als je daarmee meteen de biodiversiteit vergroot en geld bespaart. Maar de suggestie dat we onze kusten met alleen kwelders, mosselbanken en andere natuurfenomenen kunnen beschermen is totale onzin. We zullen nooit zonder dijken kunnen.’
Hoe effectief zijn die kwelders of zandbanken met mosselbedden dan?
‘Ze zijn effectief in samenhang met de dijken. Bedenk dat de hoogte van een dijk afhangt van twee factoren: de waterstand tijdens springvloeden en de golfhoogte. Wanneer we schorren of kwelders aan leggen, oftewel ondiepe stroken met vegetatie, dempen we de golfhoogte en zijn dus minder hoge dijken noodzakelijk. Dat bespaart veel geld bij de constructie en het onderhoud van dijken, zeker als de zeespiegel verder stijgt. Op bepaalde plekken kunnen zandbanken met mosselen ook helpen om golven te dempen.’
Wanneer wordt jullie mosselplan grootschalig in de praktijk gebracht?
‘We hebben nu aangetoond dat ons plan werkt én dat het de belangen van waterschappen, natuurbeheerders en mosselzaadtelers kan laten samenkomen. Daar ben ik trots op, want vaak stranden mooie ideeën omdat de belangen toch niet parallel lopen. Maar voor effectieve uitvoering is nog meer nodig. En dan bedoel ik niet alleen honderdduizenden kilo’s mosselen, maar ook tijd. De wereld van de waterveiligheid is erg conservatief.’
Het idee loopt toch niet stuk op een bureaucratische dijk?
‘Nee, Rijkswaterstaat heeft al toegezegd te gaan verkennen of deze methode op verschillende plekken op grotere schaal getest kan worden. Waterschappen zijn nou eenmaal net zoals vliegtuigbouwers. Die stappen nooit zomaar over op een ander nieuwe soort schroefje. Alles moet dubbel en dwars bewezen zijn op het gebied van kustbescherming. Ik ben trouwens blij met die conservatieve houding. Daaraan danken we als Nederlanders de prettige wetenschap dat we rustig kunnen slapen, ook wanneer het stormt.’
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA.