Microplastics komen we overal tegen: in huisstof, drinkwater en eten. Daardoor komen ze ook in ons lichaam terecht. Frank Van Belleghem, milieutoxicoloog en universitair docent aan de Open Universiteit, onderzoekt of deze kleine stukjes plastic schadelijk zijn voor onze gezondheid.
Hoe komt het dat we continu met microplastics in aanraking komen?
‘Onder invloed van de zon, zuurstof en allerlei biologische processen worden plastics broos en breken ze in stukjes. Uiteindelijk ontstaan daaruit microplastics die kleiner zijn dan 5 millimeter. Die deeltjes verspreiden zich heel gemakkelijk in het milieu. Wij ademen ze dan weer in via huisstof. En we drinken ze op, via ons drinkwater. En we eten ze op, doordat ze op ons eten vallen of in zeevruchten zitten. Dat laatste wordt aan een Indonesische universiteit onderzocht door Inneke Hantoro, promovendus aan de Open Universiteit. Ze kijkt naar vissen, schaaldieren en schelpdieren. In vissen komen microplastics alleen in het maag-darmkanaal terecht. Dat eten we meestal niet. Maar mosselen en bloedkokkels eten we – op de schelp na – volledig op. Hierdoor krijgen we te maken met hoge concentraties microplastics. Microplastics komen echt overal voor. Ze zitten ook al in de arctische sneeuw, op sommige plaatsen wel 10.000 deeltjes per liter.’
Verspreiden deze deeltjes zich ook zo gemakkelijk in ons lichaam?
‘Samen met collega’s van de Open Universiteit en Universiteit Hasselt doen we nu microscopisch onderzoek om te achterhalen hoe cellen van het maag-darmkanaal microplastics opnemen en wat de effecten daarvan zijn. We bekijken daarnaast of ze van de ene kant naar de andere kant van de darm verplaatsen en of ze uiteindelijk in het bloed terechtkomen. Er bestaan verschillende vormen microplastics: fragmenten, films en vezels. Die hebben mogelijk verschillende effecten. We zien dat cellen in het maag- darmkanaal microplastic vezels opnemen. Die zijn onder andere afkomstig van kleding. Verder onderzoeken we of andere soorten plastics zich ook op die manier verspreiden. De hypothese is: hoe kleiner de deeltjes, hoe makkelijker het lichaam ze opneemt.’
Socioloog over zelfmoordpreventie: ‘Probeer iemand met suïcidale gedachten uit het dal te helpen’
Socioloog Diana van Bergen en haar collega’s hebben een beurs van 9 ton gekregen voor een zelfmoordpreventieproject. ‘We weten dat er in de direct ...
‘Microplastics komen echt overal voor. Ze zitten ook al in de arctische sneeuw’
Wat voor effect hebben microplastics als ze eenmaal in ons bloed belanden?
‘Ze kunnen oxidatieve stress veroorzaken. Hierdoor kunnen membranen of biomoleculen, waaronder DNA, beschadigen. Dat laatste kan weer leiden tot mutaties. Verder weten we uit de kledingindustrie dat door hoge concentraties microvezels ontstekingen in de longen kunnen ontstaan. Maar het is mogelijk dat de effecten meevallen bij lagere concentraties. We merken bijvoorbeeld al dat microvezels geen sterke invloed hebben op cellulaire processen.’
Kunnen plastics ook het lichaam aantasten als ze zich niet verder verplaatsen?
‘Ja, microplastics kunnen evengoed een immuunreactie in gang zetten wanneer lichaamscellen ze niet opnemen. Enerzijds kunnen microplasticdeeltjes zelf membranen en cellen aantasten, anderzijds kunnen stoffen die ze meebrengen lichaamsprocessen beïnvloeden. Zo zijn microplastics een goede ondergrond voor een biofilm, een laagje van bacteriën. Tussen die bacteriën kunnen pathogenen, oftewel ziekteverwekkers, zitten. En sommige plastics bevatten toegevoegde stoffen, zoals weekmakers of andere stoffen die bijvoorbeeld het materiaal uv-bestendig maken. Die additieven kunnen ook weer effecten veroorzaken.’
Wat moeten we doen om te voorkomen dat we meer plastic binnenkrijgen?
‘Sinds juli dit jaar mogen winkels in de EU geen kunststofproducten meer verkopen voor eenmalig gebruik, bijvoorbeeld plastic bestek en plastic wattenstaafjes. Dat is een goed begin. Maar ook al stoppen we nu helemaal met het produceren en gebruiken van plastic, er is al zo veel van aanwezig in het milieu. We zullen ons leven lang in aanraking komen met microplastics.’
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de Open Universiteit.