Als we ‘de mens’ verantwoordelijk stellen voor wat er met onze planeet gebeurt, blijven de échte schuldigen buiten schot, stelt Jaap Tielbeke, journalist bij De Groene Amsterdammer en auteur van Een beter milieu begint niet bij jezelf.
Lange tijd deelden geologen de overtuiging dat de mens een nietig wezen is. De eerste Homo sapiens dateert van zo’n 200.000 jaar geleden, terwijl de aarde al 4,5 miljard jaar oud is. De wereld bestond lang voordat wij er waren en zal nog doordraaien lang nadat wij weer verdwenen zijn. Op geologische tijdschalen stelt de menselijke geschiedenis niets voor.
Dat beeld is inmiddels compleet op z’n kop gezet. De mens is bezig met een ongekend en ongecontroleerd experiment dat het aangezicht van de planeet ingrijpend en onomkeerbaar kan transformeren. We schoppen weerpatronen in de war, waardoor zelfs ‘natuurrampen’ niet uitsluitend nog toe te schrijven zijn aan het wrede lot van de natuur.
De meest accurate klok kan onze kijk op de kosmos veranderen
Met een kernklok, die er per 300 miljard jaar maar één seconde naast zit, kun je testen of natuurconstanten wel echt constant zijn.
Als Australië wordt geteisterd door extreme bosbranden en een orkaan verwoesting aanricht op de Bahama’s, moeten we ons afvragen: wat was het aandeel van de mens? Wanneer biologen waarschuwen voor een ‘zesde massale uitstervingsgolf’, zoeken ze de oorzaken bij het gedrag van onze soort. Hoezo een ‘nietig wezen’? Volgens veel wetenschappers zijn we zelfs in een nieuw geologisch tijdperk beland: het antropoceen.
Het is een pakkend label om de duizelingwekkende omvang van deze ecologische crisis invoelbaar te maken. Wat we meemaken, is niet zomaar een verandering van de concentratie van broeikasgassen in de dampkring, het is een transformatie van geologische proporties.
Misleidend en contraproductief
Maar er ligt ook een gevaar op de loer als we praten over het ‘antropoceen’. Het woord lijkt namelijk te suggereren dat ‘de mens’ – antropos in het Grieks – deze ellende over zichzelf heeft afgeroepen. Alsof ieder van ons medeplichtig is aan de ontwrichting van het klimaat en ecosystemen. Maar dit denken in termen van collectieve schuld is misleidend en werkt contraproductief. Want we zijn niet allemaal even schuldig aan deze ecologische crisis.
De rijkste 10 procent van de wereldbevolking produceert de helft van de wereldwijde CO2-emissies, terwijl de armste helft van de bevolking verantwoordelijk is voor nog geen 10 procent. Als iedere burger ter wereld leefde als de gemiddelde Nederlander zouden we bijna drie aardbollen nodig hebben. Als iedereen leefde als een doorsnee-inwoner van Bangladesh zouden we aan een halve planeet genoeg hebben. Het is dus niet ‘de mens’ die de planeet in chaos dreigt te storten, maar vooral het consumptiepatroon van de rijken der aarde.
Praten over ‘de mensheid’ maskeert dat. Zo’n abstractie maakt geen onderscheid tussen de Malinese boer die zijn oogst ziet mislukken door de aanhoudende droogte en de Amerikaanse miljardair die in zijn privéjet naar zijn doomsday bunker kan vliegen. We zitten niet allemaal in hetzelfde schuitje. Het wrange is juist dat degenen die het minst hebben bijgedragen aan klimaatverandering het eerst en zwaarst getroffen worden.
De ware schuldigen
Door naar onze soort als geheel te wijzen, blijven zulke machtsverhoudingen buiten beeld en de ware schuldigen buiten schot. Het verhult dat slechts twintig fossielebrandstofbedrijven verantwoordelijk zijn voor 35 procent van de totale broeikasgasemissies sinds 1965. En dat die oliemaatschappijen jarenlang grof geld hebben uitgegeven om twijfel te zaaien over de geloofwaardigheid van klimaatwetenschap, zodat ze ongestoord konden doorgaan met het lucratieve oppompen van olie, zelfs toen hun eigen wetenschappers waarschuwden dat hun verdienmodel schadelijk was voor de planeet.
Pas als we de daadwerkelijke verantwoordelijken verantwoordelijk durven te houden, kunnen we op een constructieve manier nadenken over oplossingen. In plaats van te wijzen op de snelle bevolkingsgroei in arme landen, moeten we in rijke landen het voortouw nemen met klimaatbeleid. In plaats van elkaar de maat te nemen, moeten we onze pijlen richten op de vervuilende industrieën en lakse politici. Want we mogen dan leven in het ‘tijdperk van de mens’, dat betekent nog niet dat we allemaal even zondig zijn.