Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Lude Franke, hoogleraar genetica bij het Universitair Medisch Centrum Groningen.
‘In het lifelines-onderzoek volgen we al tien jaar lang 167.000 Noord-Nederlanders. Elke vijf jaar zien we hen voor een medische check-up. Als we vreemde dingen constateren, dan wordt de huisarts ingeseind. De afgelopen tien jaar hebben we ook informatie verzameld die met DNA te maken heeft, om uiteindelijk beter te begrijpen waarom ziektes ontstaan: door omgevingsfactoren of door erfelijk factoren?
In januari hadden we toevallig net een groot onderzoek afgerond, waarbij we het DNA van een grote groep mensen in kaart hadden gebracht. Alle meetgegevens lagen op de plank, en dat was precies de periode dat de wereld werd overvallen door de coronapandemie. Ik weet het nog goed: het was een maandag, ik was op de fiets naar de Jumbo, en ik dacht: ‘Dit is het!’ Wij hebben de data, en wij moeten erachter zien te komen wie er van die 167.000 mensen ziek wordt of daadwerkelijk corona krijgt.
Van Abcoude naar Tuvalu: een sterk staaltje Opperlans
Yannick Fritschy laat een sterk staaltje Opperlans zien: geknutsel met de Nederlandse taal.
We hebben aan de proefpersonen gevraagd of ze symptomen of bepaalde klachten hadden. Drie weken na mijn fietstocht naar de supermarkt is de eerste vragenlijst eruit gegaan. Weer drie weken later lanceerden we de site coronabarometer.nl, waarop we relevante inzichten delen. We hopen binnen enkele weken of maanden een aantal plekken in het DNA aan te wijzen waarvan we weten dat ze een rol spelen bij het wel of niet ziek worden.’