Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Liesje Mommer, hoogleraar ondergrondse ecologie aan Wageningen University & Research.

‘Als hoogleraar ondergrondse ecologie pluis ik de diversiteit aan ondergrondse interacties tussen plantenwortels en bodemschimmels uit. De biodiversiteit in de grond en daarbuiten is immens. Biodiversiteit zijn de bloemen, bijen, maar ook de bacteriën in je darmen, de variatie in wat we eten en diversiteit in landschappen en ecosystemen.

Nog belangrijker: zonder biodiversiteit kunnen wij niet leven. Het was ergens in 2019 toen ik het grootste inzicht in mijn leven kreeg. Vanuit mijn werkkamer keek ik naar de natuurtuin, met orchideeën en margrieten in bloei toen het IPBES-rapport van het Intergovernmental Panel on Biodiversity and Ecosystem Services in mijn mailbox kwam.

Ieder mens een persoonlijk dieet
LEES OOK

Ieder mens een persoonlijk dieet

Gezondheidseconoom Milanne Galekop onderzocht gepersonaliseerde diëten. Zijn die echt de moeite en de kosten waard?

Ik begon met lezen en werd knock-out geslagen. Alle alarmbellen gingen tegelijk af. Wij mensen dragen dusdanig schuld aan het biodiversiteitsverlies, dat we onze eigen ondergang tegemoet gaan. In het gebouw ging ik op zoek naar collega’s, want dit rapport ging namelijk niet alleen over ecologie, maar over dat van al mijn collega’s: economen, agronomen, voedingsdeskundigen, en hydrologen.

Direct gevolg is dat ik het Wageningen Biodiversity Initiative heb opgericht, een platform van wetenschappers en studenten die een significante bijdrage leveren aan het ombuigen van de negatieve trend van biodiversiteitsverlies, naar een natuur-positieve toekomst.

Eerlijk gezegd ben ik best somber over onze kansen, maar ik dwing mezelf tot hoop. Daaruit kunnen nieuwe werelden ontstaan. Thuis heb ik een quote hangen van Nelson Mandela: “It always seems impossible, until it is done”. Dan krijg ik weer moed, als we het samen gaan doen, kan het wél. We moeten ons gedrag veranderen, voedselsystemen aanpassen naar duurzamer en eerlijker. En samenwerken aan natuur-inclusieve oplossingen. Alleen zo kunnen we het tij nog keren.’