Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Walther Ploos van Amstel, lector city logistiek bij de Hogeschool van Amsterdam.
‘Het was een mooie zomerdag op een terras in hartje Amsterdam en daar kreeg ik een van mijn ultieme inzichten. Ik had een tafel gereserveerd aan de Haarlemmerstraat. Nog voordat ons drankje was ingeschonken, parkeerde er pontificaal voor ons een busje van de visleverancier. Die bleef gedurende de hele maaltijd staan. Iets verderop werd een café voorzien van nieuw bier door een vrachtauto. Tussendoor reden er busjes langs van DHL en een bouwbedrijf. Dit kan niet, dacht ik. De (binnen)stad wordt steeds drukker. Er komt steeds minder ruimte om te spelen en te sporten, omdat auto’s en busjes het overnemen.
Hoewel het vloeken in de kerk is, denk ik dat we een deel van de binnenstad autovrij moeten maken. Dat zou in navolging zijn van steden als Oslo en Madrid, waar grote delen van de stad nu al exclusief voor voetgangers zijn.
Stikstofuitstoot lokt planten naar West-Europa
Bosplanten die goed tegen stikstof kunnen, verschuiven snel van Oost- naar West-Europa. Daar brengen ze andere planten in de verdrukking.
Maar daar op terras bedacht ik ook dat we het gezamenlijk gewoon slimmer moeten aanpakken. Vaak rijdt er een busje met slechts één levering de wijk in. We moeten meer samenwerken, was mijn gedachte. Later heb ik een pilot gedraaid in de Pijp. Op een gebied van 800 bij 800 vierkante meter wonen daar bijna 18.000 mensen. Er komen duizend vrachtauto’s per dag. We zijn gaan werken met zogenaamde hubs. Een busje dat in de horeca drank levert, nam ook meteen de zoute pinda’s en servetten mee. Voorheen werd het vuil door vijf verschillende partijen opgehaald. Het is natuurlijk veel praktischer één keer een vuilniswagen de straat in te sturen. Als we meer op elkaar afstemmen, en ook bijvoorbeeld gebruik gaan maken van vrachtfietsen, wordt de stad schoner en kunnen we de pleinen en straten gebruiken waarvoor ze zijn bedoeld: om te ontspannen.’