Door vlees een week lang te laten staan, valt een hoop milieuwinst te boeken. De cijfers van stichting Nationale Week Zonder Vlees liegen er niet om. Of toch wel?

Een pop-upstore op Utrecht Centraal, een eigen magazine en twee dagen op rij trending op Twitter. Het kan je nauwelijks ontgaan zijn: het is de Nationale Week Zonder Vlees (NWZV). Communicatieadviseur Isabel Boerdam, die de week vorig jaar in het leven riep, wierf voor de tweede editie nog meer partners uit het bedrijfsleven en nog meer deelnemers dan voor de eerste.

Wat er ook anders is ten opzichte van vorig jaar? De cijfers. Met interessante feitjes over het effect van een weekje vlees laten staan, wil stichting Nationale Week Zonder Vlees mensen aanmoedigen om mee te doen. Wat dat effect dan is? De besparing van 130 liter water, 76 kilometer autorijden en 770 gram vlees. Dat zijn althans de beweringen die dit jaar de socialemediakanalen van de NWZV sieren.

‘Pijn werkt verschillend bij mannen en vrouwen’
LEES OOK

‘Pijn werkt verschillend bij mannen en vrouwen’

Mannen en vrouwen ervaren pijn op een verschillende manier. Artsen moeten zich hier meer van bewust zijn, stelt Esmeralda Blaney Davidson.

Dappere poging

Vorig jaar zagen de cijfers er anders uit. Toen bespaarden deelnemers volgens de stichting NWZV nog ‘7 maanden douchewater, 111 kilometer autorijden, 1 blije kip en 7 maanden werk voor een boom’. De verschillen zijn vrij groot: aan een kip zit zo’n 1600 gram consumeerbaar vlees, en 111 kilometer aan CO2-uitstoot is geen 76.

Zeven maanden douchewater, ook dat klinkt indrukwekkend, maar we moeten het eerst even omrekenen voordat we het kunnen vergelijken met dit jaar. Volgens waterbedrijf Vitens gaat gemiddeld 51,17 liter van ons dagelijkse waterverbruik op aan douchen. Keer zeven maanden à 30,5 dag is dat ongeveer 11.000 liter. Dat zou betekenen dat voor het menu van een omnivoor 11.000 liter meer water nodig is dan voor dat van een vegetariër. De claim van deze NWZV-editie is daarvan slechts een fractie, met 130 liter waterbesparing in een week.

Wat is er veranderd? Is de veeteelt binnen een jaar honderd keer zuiniger geworden met water? Nee: de getallen zijn dit jaar anders berekend. Vorig jaar deed de NWZV-organisatie zelf een dappere poging, dit jaar hebben ze een gerenommeerd adviesbureau ingehuurd om de besparingen van een vleesloze week te bepalen.

Hoed u voor namaak

Het rapport van het door NWZV ingehuurde Blonk Consultants omvat twee resultaten: de besparingen zonder vlees te vervangen, en de besparingen als het vlees wel vervangen wordt door eieren, vleesvervanger, tofoe, peulvruchten of noten. Voor hun campagne koos NWZV de besparingscijfers voor als het vlees wordt weggelaten zonder alternatief. Die 130 liter water bespaar je dus alleen als je je schnitzel niet verruilt voor de vegetarische namaakvariant. Maar dat is dus precies wat we wel doen, en wat NWZV stimuleert.

Na de eerste editie van de NWZV publiceerde Boerdam een persbericht met de resultaten van haar initiatief. Er werd maar één gekwantificeerd resultaat genoemd: de commercieel manager van Vivera kon melden dat er een half miljoen extra pakjes vleesvervangers waren verkocht.

Supermarktketens AH, Aldi, COOP, Lidl en Plus adverteren allemaal met vleesvervangers bij de vermelding van hun deelname. Ook bij partners DEEN, JUMBO en SPAR zijn de vegaburgers en de vegaballen in de aanbieding.

Vorig jaar verkochten de supermarkten tijdens de NWZV voor 1,1 miljoen euro minder aan vlees, terwijl er voor ongeveer hetzelfde bedrag meer aan vleesvervangers werd verkocht. Dat bleek toen uit cijfers van onderzoeksbureau IRI. Met de acties rond vleesvervangers is het onwaarschijnlijk dat dat dit jaar anders zal zijn.

Extra water

De claims zullen dus niet worden waargemaakt. Wat je dan wel bespaart? Volgens het rapport van Blonk ben je als je je stukje vlees vervangt juist 142 liter water extra kwijt.

Voor de door de NWZV gepresenteerde voordelen hoef je je biefstukje dus niet te laten liggen. Toch is het geen slecht idee om mee te doen. Als je geen vlees eet, weet je tenminste zeker dat je eten niet op gruwelijke wijze om het leven is gekomen.