Deze week maakte de Britse ondernemer Richard Branson de allereerste toeristische ruimtevlucht. Branson en andere miljardairs hebben misschien aan de ruimte geroken, maar mogen zich nog geen astronaut noemen, stelt Erick Vermeulen, oud-redacteur van New Scientist.

De miljardairs verdringen zich om ruimtevaartrecords te breken. Richard Branson, 71, legendarisch ondernemer die begon met zijn muziekbedrijf Virgin Records (dat een raketstart maakte met het album Tubular Bells van Mike Oldfield) en later onder meer vliegtuigmaatschappij Virgin Atlantic oprichtte, beet de spits af op 11 juli. Fascinerende opnamen op de website van Virgin Galactic toonden live de reis naar de ruimte, het vervoer van de Unity naar zo’n 50.000 voet waarna het toestel op eigen kracht naar zo’n 80 kilometer klom. Daar genoten Branson en andere passagiers een paar minuten van gewichtloosheid voordat het ruimtevaartuig weer naar de aarde terugkeerde. Een droom was uitgekomen.

Branson plande de reis nadat Jeff Bezos, de man achter Amazon, had aangekondigd dat die op 20 juli aanstaande met de raket New Shepard van zijn bedrijf Blue Origin de ruimte ingaat. Bezos lijkt dus verslagen in de race, maar hij vindt dat Branson niet hoog genoeg ging. Hij zal hoger gaan. En Elon Musk, man achter PayPal en Tesla en met eigen succesvol ruimtevaartbedrijf SpaceX, heeft ook plannen. Hoe hoog wil hij gaan? Hoger dan Bezos? Het doet me een beetje denken aan drie jochies die een wedstrijdje ver plassen doen.

Dit is hoe we wiskundefobie te lijf kunnen gaan
LEES OOK

Dit is hoe we wiskundefobie te lijf kunnen gaan

Sarah Hart vertelt hoe we de angst voor getallen en formules weg kunnen nemen.

Het is natuurlijk mooi dat er nu een soort van ruimtetoerisme is. Het lijkt me prachtig om van grote hoogte op de aarde neer te kijken en gewichtloosheid te ervaren. Al is de ticketprijs voor een paar minuten vol extase wel wat hoog. Je bent al gauw een paar honderdduizend dollar kwijt.

En natuurlijk kunnen de miljardairs blijven kibbelen over wie er het hoogste komt – wie het verst heeft geplast. Ik stel voor dat die onzinnige discussie een halt wordt toegeroepen. Voor de definitie van wat er nodig is om in de ruimte te zijn geweest, kunnen we beter teruggaan naar de wortel van de ruimtevaart, het werk van Isaac Newton. Er is een beroemde afbeelding in zijn meesterwerk Philosophiae Naturalis Principia Mathematica waarin vanuit een hoge toren kogels met steeds grotere snelheid worden afgevuurd. Als een kogel een bepaalde snelheid bereikt, zal die niet meer naar de aarde terugvallen maar een baan rondom de aarde beschrijven. Dat is de ontsnappingssnelheid voor als je de aarde wil verlaten, en ik stel voor dat dit ook het moment is dat die kogel de grens van de ruimte bereikt.

Als we over een aantal maanden terugkijken op het jaar waarin miljardairs hun ruimtedromen lieten uitkomen, denk ik dat we kunnen vaststellen dat ze aan de ruimte hebben geroken, maar zich nog geen astronaut of kosmonaut mogen noemen. Newton heeft ons ruim driehonderd jaar geleden geleerd waar de ruimte begint. Daarvoor moet je toch echt wel minstens een rondje rondom de aarde beschrijven, zoals Joeri Gagarin op 12 april 1961, floating in a tin can.

special doorbraken
LEESTIP: In deze special blikken we terug op de belangrijkste wetenschappelijke doorbraken van het vorige decennium. Verkrijgbaar in onze shop.