Knap hoor, met behulp echolocatie je weg vinden in het pikdonker. Toch werden vleermuizen onlangs flink op hun nummer gezet door Duitse biologen. In een onderzoeksruimte bleken de dieren gladde horizontale oppervlakken steevast aan te zien voor water. Gevolg: keer op keer doken de dieren gretig op de plaat. Of het nou een metalen, houten of plastic plaat was, ze bleven er maar intrappen. Verbijsterend hardleers waren de dieren. Eén vleermuissoort, de langvleugelvleermuis, dook in 10 minuten tijd zo’n 100 keer op dezelfde plaat af. Duiken, botsen, een paar rondjes vliegen, weer duiken, weer botsen en ga zo maar door.

Het werd nog erger toen de biologen het licht in de onderzoeksruimte helemaal uitdraaiden: het aantal drinkpogingen steeg toen van 100 naar 160 per 10 minuten. Zelfs als de onderzoekers de plaat op een tuintafel legden, en de vleermuizen er onderdoor konden vliegen, probeerden ze ervan te drinken.

De nachthemel wordt een knipperende kermis
LEES OOK

De nachthemel wordt een knipperende kermis

Columnist Ans Hekkenberg schilt een appeltje met bedrijven die lomp omspringen met de nachthemel.

Een staaltje ingebakken domheid? Het lijkt erop dat de rekensom ‘glad + horizontaal = water’ wel heel stevig verankerd ligt in het vleermuizenbrein. Ook jonge vleermuizen, die nog nooit een meer of rivier hadden gezien, probeerden in het experiment van de platen te drinken. Niet zo raar natuurlijk, want vind in de natuur maar eens iets dat horizontaal en glad is, maar toch geen water. Ja ijs misschien, maar daar krijgen de winterslapertjes weinig van mee.

Buiten de muren van een laboratorium kunnen vleermuizen wel degelijk last krijgen van hun ‘blindheid’. Bijvoorbeeld als ze min of meer vlakke autodaken gaan verwarren smakelijk water. Blijven ze dan ook eindeloos op daken stuiteren, totdat ze omkomen van de dorst? Vast niet. Hoewel vleermuizen vaak trouw blijven aan bepaalde plekken, gaan ze uiteindelijk wel ergens anders heen, voorspellen de onderzoekers.

Wel een beetje eigen schuld dikke bult voor die dieren, denk je dan. Of zijn dit soort experimenten toch een soort dierenbeulerij? Voor de zekerheid heb ik de onderzoeksleider (Dr. Stefan Greif) even gemaild met de vraag of de hardleerse vleermuizen blauwe plekken of hoofdpijn overhielden aan al die kopstootjes. Helaas nog heb ik daar geen antwoord op mogen ontvangen.

Wel ga ik alvast, nog snel voordat ze in winterslaap gaan, vleermuizen proberen te foppen in mijn tuin. Ik heb nog een grote tuintafel en een restant van een mislukte Ikea-kast staan. Om het goed te maken, zet ik verderop wel wat echt water klaar met een paar vliegjes erop.