Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer Koert Kuhlmann, onderzoeker en chirurg bij het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam.
‘Ik ben gespecialiseerd in darmkanker met uitzaaiingen in de lever. De kanker ontstaat in de darmen, waarna kankercellen zich door het lichaam verspreiden en zich in de lever nestelen, waar nieuwe tumoren kunnen ontstaan. Vaak zijn er zo veel uitzaaiingen dat er in eerste instantie geen operatie of andere lokale behandeling mogelijk is.
Onlangs kreeg ik een groot moment van inzicht toen ik de resultaten analyseerde van ons pilotonderzoek waarin we darmkankerpatiënten met niet-operabele uitzaaiingen naar de lever op een nieuwe manier hadden behandeld. De studie, die de veiligheid en haalbaarheid van deze nieuwe behandeling onderzocht, noemden we de PUMP-IT pilotstudie. Middels een operatie plaatsten we een chemopomp – ongeveer 8cm in diameter – onder de huid. Deze verbonden we via een slangetje met de slagader naar de lever. De chemotherapie komt op deze manier direct op de goede plaats aan. Omdat de lever 95% van deze chemotherapie direct afbreekt nadat het zijn effect heeft afgegeven, zijn de bijwerkingen beperkt en kan de dosis 200-400 keer hoger zijn dan normaal. De uitzaaiingen kregen zo echt een enorme knal: hoog gedoseerd, op de juiste plek en 24 uur per dag.
De politieke lessen van de corona-uitbraak
De strijd tegen covid-19 was ook een strijd tegen de stille epidemie van wetenschapsonderdrukking, stelt politicoloog Dali L. Yang.
Op de CT-scans van de lever, gemaakt voor en na de behandeling, zag ik dat de uitzaaiingen vaak duidelijk kleiner werden en soms zelfs helemaal verdwenen. Bij een aanzienlijk deel van de patiënten was het na deze PUMP-IT behandeling alsnog mogelijk om de leveruitzaaiingen operatief te verwijderen of lokaal te behandelen. De resultaten waren veelbelovend en hoopvol voor de patiënten met deze ernstige ziekte.
Met een subsidie van 2,3 miljoen van het KWF zijn we een landelijk vervolgonderzoek gestart om de overlevingswinst van deze behandeling te vergelijken met standaard chemotherapie. Als chirurg met een oncologisch hart vind ik het belangrijk dat patiënten met deze vorm van kanker langer een goede kwaliteit van leven hebben en een kans krijgen op genezing.’
