Een ontmoeting met een leeuw gaf het leven van Keniaan Francis Lesilau een totaal nieuwe wending. Nadat het roofdier een van de kamelen van zijn familie doodde, was hij te angstig om het vee te blijven hoeden. Zijn vader stuurde hem toen maar naar school. Inmiddels is hij gepromoveerd aan de Universiteit Leiden en reist hij als leeuwendeskundige de wereld af.
Tot uw elfde ging u niet naar school, inmiddels bent u gepromoveerd aan de Universiteit Leiden. Wat gebeurde er?
‘Als eerstgeborene in een gezin met zeven kinderen hielp ik mijn ouders met het houden van vee. Dat was onze bron van inkomsten en daar had je geen school voor nodig. Door de aanhoudende droogte was mijn vader genoodzaakt om met ons vee te reizen naar betere weidegronden. Hij liet twee kamelen achter bij het gezin om ons van melk te voorzien. Als oudste zoon was ik verantwoordelijk voor de kamelen.
Op een dag zat ik in de schaduw wat met zand te spelen toen ik plotseling een harde brul uit de bosjes hoorde. Een leeuw had een van de kamelen bij zijn nek gegrepen. Omdat ik pas elf jaar oud was, had ik nog geen speer. Bewapend met een kleine houten stok rende ik op de leeuw af, die nog steeds de kameel bij de nek had. Terwijl ik zijn kant op rende, staarde de leeuw me aan. Zijn grote ogen veranderden van kleur in de schittering van de zon. Groen, amber, geel. Gelukkig rende de leeuw weg, maar de kameel was toen al niet meer te redden.
Klimaatverandering draait het oceaanleven de nek om
Wereldwijd warmen de oceanen op. Het oceaanleven loopt nu tegen de grenzen van zijn incasseringsvermogen aan.
Maanden later sliep ik nog tussen mijn ouders in. Steeds zag ik het beeld voor me hoe de ogen van de leeuw van kleur veranderden. Mijn vader merkte dat ik bang was en dat ik gevaar liep als jonge herder. Daarom besloot hij me naar school te sturen. In eerste instantie weigerde ik, want ik was te trots. Uiteindelijk ging ik toch. Langzaam werd de angst voor leeuwen minder.’
Inmiddels zijn leeuwen uw lievelingsdieren en heeft u er zelfs uw werk van gemaakt. Hoe komt dat?
‘Na het behalen van mijn diploma ging ik aan de slag als parkwachter in een natuurreservaat van de Kenya Wildlife Service. Overigens niet uit interesse voor de leeuwen, maar vanwege de mooie uniforms die je er kreeg. Hier ontdekte ik dat de leeuw niet onze vijand is. De leeuw viel mijn kameel aan omdat hij moest overleven. Ik was op het verkeerde moment op de verkeerde plek. En ik was niet de enige. In 2011 zijn er in Nairobi National Park zes leeuwen gedood door mensen, uit wraak, omdat vee door leeuwen was aangevallen.’
Die strijd tussen mensen en leeuwen wekte mijn interesse. Nadat ik mijn diploma in wildlife management had behaald kwam ik in contact met wetenschappers van de Universiteit Leiden die onderzoek deden naar leeuwen in West-Afrika. Zo leerde ik onderzoeker Hans de Iongh kennen en kreeg ik de kans promotieonderzoek te doen.’
Uw promotieonderzoek ging over het conflict tussen mensen en leeuwen rond Nairobi National Park. Wat maakt dit park speciaal?
‘Het is een park in een stad. De leeuwen hier zijn omringd door mensen. Aan de hand van de gegevens van satellietzenders in halsbanden van leeuwen bracht ik onder andere in kaart welk pad de leeuwen afleggen, en onderzocht ik op welke tijdstippen ze het park verlaten en herders passeren.
Daarnaast analyseerde ik verschillende methoden om de leeuwen op afstand te houden van plekken waar vee wordt gehouden. Ik onderzocht bijvoorbeeld het effect van hekken met ledverlichting rondom die zogenoemde boma’s. Als je ’s nachts door het Nairobi National Park rijdt, zie je langs de randen van het park de discolichten flikkeren. Het is een fantastisch gezicht en zeer effectief, niet alleen om vee te beschermen. In het verleden vielen leeuwen vaak ook mensen aan in de boma’s. Dat soort incidenten is nu, dankzij de hekken, zeldzaam.’
Waarom vindt u het belangrijk de leeuwen te beschermen?
‘Ik wilde iets terugdoen. Dankzij die ene leeuw kon ik naar school en reis ik nu als leeuwenexpert de hele wereld over. Mijn opleiding gaf mij ook een nieuw perspectief op deze dieren. Ze zijn bijvoorbeeld ook ontzettend belangrijk voor de Keniaanse economie. Wanneer toeristen hier geen leeuw hebben gezien, zijn ze niet tevreden. Wereldwijd zijn de populaties aan het afnemen. Ik wil dat ook volgende generaties kunnen genieten van de wereld zoals wij die kennen.’
In Nederland hebben we geen leeuwen. Waarom deed u uw promotie in Leiden?
Lachend: ‘Nederland heeft wel andere wilde dieren, zoals herten, paarden en runderen. En jullie land heeft uitstekend natuurbeheer, waar ik veel van heb opgestoken. Daarnaast weten ze in Leiden hoe je professioneel, accuraat en betrouwbaar onderzoek doet. Ze hebben veel ervaring op het gebied van natuurbeheer in Afrika. Al 25 jaar begeleiden ze er onderzoekers.’
Werkt u nog steeds samen met Leiden?
‘Ik begeleid hier samen met Hans de Iongh en Geert de Snoo meerdere Nederlandse promovendi die in Kenia onderzoek doen. Ik help ze bijvoorbeeld bij het opzetten en uitvoeren van veldwerk.’
U werkt nu bij de Kenia Wildlife Service als senior assistent-directeur voor de nationale parken en reservaten in Nairobi. Wat hoopt u verder nog te bereiken?
‘De menselijke populatie is aan het groeien, óók rondom leeuwenparken. Hierdoor is er voor leeuwen steeds minder ruimte beschikbaar, terwijl die dieren juist een grote leefomgeving nodig hebben. Daarnaast worden paden tussen verschillende leefgebieden van de leeuw geblokkeerd door menselijke activiteit. Ik onderzoek hoe we die verschillende ecosystemen weer met elkaar kunnen verbinden, bijvoorbeeld met een tunnel. Ook kijk ik naar de herverdeling van land. Ik heb nog veel plannen, maar dat ik als leeuwenexpert over de hele wereld word ingeschakeld, had ik als elfjarig jongetje nooit kunnen dromen.’