Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: sportpsycholoog en bewegingswetenschapper Afke van de Wouw.
‘Als sportpsycholoog begeleid ik sporters, teams en coaches bij het optimaliseren van hun prestaties. Natuurlijk zijn zaken als een goede conditie, kracht en techniek van belang, maar als je een topprestatie wilt neerzetten, komt daar veel meer bij kijken. Je moet kunnen omgaan met druk, je aanpassen aan wisselende omstandigheden, en ook zaken als communicatie en concentratie worden steeds belangrijker.
De afgelopen twee jaar was de hele maatschappij in de greep van corona. In die periode schreef ik met collega Yara van Gendt het boek Leren revalideren. Tijdens het schrijfproces zijn we achter twee dingen gekomen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn – zeg maar een eurekamoment in tweeën.
Gaan breinchips die onze gedachten koppelen aan machines de mens verbeteren?
Hersenimplantaten die mensen met een verlamming de mogelijkheid geven om computers te bedienen met hun gedachten, ontwikkelen zich snel.
Op de eerste plaats blijkt, zowel uit onderzoek als in de praktijk, dat het aantal sportblessures door corona veel hoger is dan normaal. Soms wel tot drie keer zo hoog. Dat komt doordat we door de lockdown eerst te lang stil hebben gezeten, en vervolgens te enthousiast van start zijn gegaan.
Daarnaast kwamen we erachter dat niet alleen de toestand van spieren, pezen, kapsels en gewrichten een rol spelen bij blessures, maar dat ook de mate van stress die iemand ervaart van invloed is op het ontstaan van blessures en op hoe lang je geblesseerd blijft. Het blijkt dat meer dan 80 procent van de langdurig geblesseerde sporters in de maanden voor hun blessure een big life event hebben meegemaakt, zoals de geboorte van een kind, een sterfgeval of scheiding.
Stress kost energie en door corona zitten we al twee jaar in continue onzekerheid dankzij alle nieuwe maatregelen, het thuiswerken en de kinderen die niet naar school mogen. Het je steeds moeten aanpassen kost energie, die je vervolgens niet in je herstel kan stoppen. Daardoor wordt de kans dat je geblesseerd raakt groter. Presteren gaat dus niet alleen over conditie en kracht, maar ook hoe je in je vel zit en met stress omgaat.’