Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Eline de Groot, postdoctoraal hersenonderzoeker bij de Universiteit Utrecht.

‘Na mijn bachelor psychologie was ik geïntrigeerd door mensen met mentale problemen en hoe dat in de hersenen werkt. Van het klinische ben ik naar de wetenschap gegaan. Het brein fascineert me, en ik wil begrijpen hoe mensen werken en waarom ze doen wat ze doen. Daarvoor moet je eerst de ontwikkeling begrijpen.

Ik heb de relatie tussen slaap en hersenontwikkeling onderzocht bij vroeggeboren baby’s. Die worden geboren vóór 37 weken zwangerschapsduur. Voor de geboorte hebben deze baby’s ongeveer 22 uur slaap per dag nodig. Maar als ze zijn opgenomen in het ziekenhuis, slapen ze veel minder. Tijdens het schrijven van een wetenschappelijk artikel hierover kreeg ik een enorm inzicht. Als deze kinderen uit het ziekenhuis worden ontslagen, zien we vaak meer slaapproblemen dan bij baby’s die op tijd geboren zijn.

Zullen we ooit zelf een optimaal microbioom kunnen ontwerpen?
LEES OOK

Zullen we ooit zelf een optimaal microbioom kunnen ontwerpen?

Je microbioom optimaliseren is zo eenvoudig nog niet.

Eline de Groot

We vroegen ons af of deze ouders andere slaaptips nodig hebben, maar we zagen iets heel anders. De slaaptips die experts aanraden sloten helemaal niet aan bij de slaapstrategieën die ouders vaak toepasten. Op een lijst van acht punten hadden de experts iets onderaan gezet, waar het bij de ouders juist bovenaan stond. Op dat moment wist ik: we moeten aan de bak.

De tips zijn in een raamwerk omgezet, gebaseerd op strategieën die ouders fijn vonden. Voor ouders zijn we een hele les over slaap aan het maken, en ook gaan we de verpleegkundigen leren hoe ze de slaapstrategieën die we hier in het ziekenhuis gebruiken, kunnen vertalen naar de thuissituatie. En ja, een wetenschappelijk artikel is inmiddels ingediend voor publicatie in het tijdschrift Pediatric Research.’