Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Merijn van de Laar, slaapwetenschapper bij de Universiteit Maastricht.

‘Niet de slaap kunnen vatten, tussendoor lang wakker liggen, en moe opstaan. Ongeveer een op de vijf mensen in Nederland slaapt slecht. Dat is niet alleen heel vervelend, maar het kan ook leiden tot stemmingswisselingen, gezondheidsklachten en angststoornissen. 

Mijn grootste moment van inzicht kreeg ik toen ik achtentwintig was op mijn slaapkamer in Weert. Ik worstelde al jaren met slecht slapen en had echt van alles geprobeerd: rustmomenten inbouwen, op tijd stoppen met werken en geen koffie meer in de avond. Niets hielp. Het ging zelfs zo ver dat ik me overdag al zorgen maakte of ik die nacht wel genoeg uren slaap zou krijgen.

Waarom dwangmatige positiviteit slecht is voor je mentale gezondheid
LEES OOK

Waarom dwangmatige positiviteit slecht is voor je mentale gezondheid

Een positieve mindset heeft voordelen, maar je kunt ook te ver gaan. Onderzoek naar ‘toxische positiviteit’ kan de balans herstellen.

Merijn van de Laar

Het was ergens in de zomer van 2007, en ik was net begonnen met mijn baan bij het Kempenhaeghe Centrum voor Slaapgeneeskunde. Daar hoorde ik voor het eerst over de methode van slaaprestrictie. Kort en goed komt dat erop neer dat de kwaliteit van de slaap veel belangrijker is dan de duur van de slaap.

Slaapt iemand bijvoorbeeld zes uur, dan moet hij of zij ook maar zes uur in bed liggen, en daarna meteen opstaan. Hierdoor voer je je biologische slaapdruk op, wat te maken heeft met het stofje adenosine in het brein.

Ik probeerde het die avond zelf uit en stond echt versteld. Het werkte binnen een paar dagen. Gevolg was dat ik beter ging slapen, mijn ritme en daardoor ook het vertrouwen in mijn lichaam terugkreeg en minder stress ervoer.

Vervolgens ben ik jarenlang deze methode op mijn patiënten gaan toepassen en toen merkte ik hoe effectief hij is. Bij tachtig procent van de mensen verbetert de slaap, na een paar weken toepassen en zelfs bij personen die al twintig jaar last hadden van slapeloosheid. Uiteindelijk ben ik onder andere gepromoveerd op de slaaprestrictie-therapie, en dat bevestigde mijn praktijkervaring. Ook schreef ik een aantal boeken waaronder Slapen als een Oermens. Heel veel mensen heb ik aan een betere slaap kunnen helpen, en daar is het me vooral om te doen.’