Het voormalige Zuiderzee-eiland Schokland geeft een goed beeld van de Nederlandse strijd tegen het water. Schokkers hebben zich door de eeuwen heen schrap gezet tegen de zee, maar verloren uiteindelijk toch. Nu wordt het voormalige eiland deels in ere hersteld.
Voordat het een eiland werd, was Schokland lang omgeven door moeras. Hoewel de zeespiegel steeg, hielden de Schokkers uit de oudheid nog enige tijd hun voeten droog. Tot de zee rond 500 voor Christus echt te dichtbij kwam en de inwoners hun heil zochten op het vasteland.
Kijk je verder terug, dan blijkt dat het huidige Flevoland negenduizend jaar geleden al bewoond was. Mogelijk waren er zelfs al eerder mensachtigen in het gebied, want dankzij de overvloedige aanvoer van zoet water moet het een aantrekkelijke plek voor mens en dier zijn geweest. Toch zijn er uit die tijd nog geen sporen van menselijke aanwezigheid gevonden, zegt archeoloog Don van den Biggelaar.
Duurzame methode moet meer plastic recyclebaar maken
Scheikundige Ina Vollmer heeft een nieuwe, revolutionaire techniek ontwikkeld waarmee plastic kan worden gerecycled.
Van den Biggelaar verdiepte zich voor zijn promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit Amsterdam en in samenwerking met het Nieuwe Land Erfgoedcentrum in Lelystad in de interactie tussen mens en omgeving in Flevoland gedurende de laatste tweehonderdduizend jaar. ‘In het oosten van Nederland zijn sporen van bewoning van twaalfduizend jaar geleden makkelijker te vinden dan in Flevoland, omdat ze daar relatief dicht aan de oppervlakte liggen. In Flevoland raakte het landoppervlak bedekt met verschillende lagen klei en veen. Dat gebeurde vanaf ongeveer zesduizend jaar geleden onder invloed van de stijgende zeespiegel.’
In het begin van onze jaartelling ontstond een verbinding tussen het grote moeras rond Schokland en de Noordzee. Het gebied overspoelde met zeewater en veranderde in het begin van de middeleeuwen van veenlandschap in een lagune. Dat het in verbinding stond met de Noordzee heeft Schokland gered, want juist daardoor ontwaterde het gebied.
Stormvloeden uit de Noordzee
Rond het jaar 800 keerden de eerste mensen terug in het veengebied. Zij gebruikten de vruchtbare grond voor landbouw, maar met desastreuze gevolgen. Door de ontginning oxideerde het veen en klonk het land in. Bovendien kregen de bewoners te maken met stormvloeden vanuit de Noordzee. Langzaam liep het veengebied rond Schokland weer onder. Het bewoonbare gebied slonk met de jaren en de grootste inkomstenbronnen, landbouw en veeteelt, maakten plaats voor visserij. Het ontstane zeegebied werd de Zuiderzee en later het IJsselmeer.
Maar de bewoners van Flevoland lieten zich niet meteen afschrikken door het water. De aangelegde woonheuvels Zuidpunt, Zuidert, Middelbuurt en Emmeloord werden toevluchtsoorden. En terwijl omliggende gebieden begin vijftiende eeuw onbewoonbaar werden, zaten ze op Schokland droog. Het land dat zij bewerkten, was erg vruchtbaar door kleiafzetting tijdens winterse overstromingen. De fijne zandlagen in de klei getuigen van heftige stormen uit deze periode. ‘Om zand te verplaatsen is veel energie nodig,’ zegt Van den Biggelaar, ‘veel meer dan de jaarlijkse overstromingen in die tijd.’
Ondertussen kwam de zee steeds dichterbij, dus bouwden de Schokkers met stevige houten palen een immense schutting om water tegen te houden tijdens stormachtig weer. De zeewering ging lang mee, al raakte ze meermalen beschadigd en waren de herstelkosten hoog. Belasting aan schepen die Schokland aandeden werd daartoe verhoogd, maar het hielp niet mee dat een door VOC-schepen meegebrachte paalworm het hout van de wering aantastte. Begin negentiende eeuw werd een deel van het hout vervangen door een stenen dijk.
Maar ook de stenen dijk moest het ontgelden. Door twee stormen – in 1824 en 1825 – raakte de dijk zodanig beschadigd, dat plannen voor evacuatie werden gemaakt. Er heerste armoede, de visserij was geen vetpot. In 1859 hakte de overheid de knoop door. Schokland werd geëvacueerd. Een handjevol mensen bleef over om belangrijke taken te vervullen: de vuurtorenwachter, de havenmeester, een aantal vissers en onderhoudsmedewerkers. In 1942 verdwenen ook zij van het toneel, maar dat kwam door de drooglegging van de Noordoostpolder. Hun functies waren overbodig geworden.
Zesduizend jaar oud veen
Inmiddels is Schokland tot werelderfgoed verklaard. Het voormalige eiland is te zien als een rug in het landschap van de polder. De haven in het noorden is gereconstrueerd en de plaats waar de vuurtoren ooit stond, is aangegeven.
Hoewel omgeven door land, blijft Schokland alert op water. Onder een laag klei ligt veen dat dateert van zo’n zesduizend jaar geleden tot het begin van de middeleeuwen. Omdat het veen door de drooglegging van de Noordoostpolder langzaam inklinkt, wordt sinds 2002 het grondwaterpeil bij het voormalige eiland kunstmatig hooggehouden.
Van den Biggelaar brengt met zijn onderzoek geschiedenis samen met analyses van de gelaagde bodem. ‘Die absolute datering van fijne zandlagen in klei is niet één op één gelijk met de stormvloeden die worden beschreven in historische bronnen. Na datering van het zand weet je in welke periode van ongeveer veertig jaar het er is terechtgekomen. Soms ontbreekt een zandlaag, terwijl er toch echt een storm is geweest. In 1825 bijvoorbeeld. Het kan dat het op andere meetpunten wel te vinden is, maar niet waar ik mijn bodemmonsters heb genomen.’
De toplaag van Schoklands grond is moeilijk te analyseren, want die grond wordt geploegd voor landbouw. Maar de aanwezigheid van schelpen en de dikte van de kleilaag in de ondergrond bewijzen de grote invloed die de zee afgelopen eeuwen in het gebied heeft gehad.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees ook: