Een groep astronomen publiceerde vorige week een artikel met het voorstel om van Pluto weer een planeet te maken. Planetair astronoom en ‘Pluto-killer’ Michael Brown legt uit dat dit de wetenschappelijke vooruitgang ernstig in de weg zou staan.
Een kleine maar luidruchtige groep astronomen probeert van Pluto weer een planeet te maken. Deze status werd het object ruim tien jaar geleden afgenomen. De groep staat onder aanvoering van Alan Stern, leider van NASA’s New Horizons-missie, die in 2015 een ruimtesonde langs Pluto leidde.
Waarom wil deze groep dit? Is er iets veranderd? Nee. Het nieuwe voorstel verschilt niet van het pleidooi waarmee in 2006 tevergeefs werd getracht Pluto zijn planeetstatus te laten behouden. Na de recente scheervlucht van New Horizons is de interesse in Pluto echter hoger dan ooit. Vandaar dat de astronomen nog maar eens een poging wagen.
Kan een eenvoudig experiment een ‘donkere dimensie’ aan het licht brengen?
Onderzoekers vermoeden dat er een ‘donkere dimensie’ bestaat, waarin de ontbrekende materie van het heelal verstopt zit.
Het probleem van de situatie terugdraaien is echter dat alle bolvormige objecten die kleiner zijn dan sterren, planeten zouden worden. Pluto zou terugkeren, maar ook een hoop bagage met zich meenemen. Onze eigen maan bijvoorbeeld.
Is de maan een planeet? De meesten van ons zouden zeggen: ‘Natuurlijk niet.’ Maar 500 jaar geleden werden de maan en de zon, waarvan men toen dacht dat ze allebei rond de aarde draaien, beide tot de zeven planeten in de kosmos gerekend, samen met Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus. Pas na de copernicaanse revolutie in de 16e eeuw veranderde de definitie van planeet.
Dominante objecten
Vanaf dat moment waren planeten objecten die rond de zon draaien. De maan was het enige object dat rond de aarde draait. Kort daarna ontdekte Galileo dat Jupiter ook manen heeft. De manen van Saturnus volgden niet veel later. We begonnen te leren hoe het zonnestelsel echt in elkaar steekt. Uranus, ontdekt in 1781, werd de zevende planeet.
In 1801 werden voor het eerst planetoïden gevonden in een baan tussen Mars en Jupiter. Ook die werden in het begin aangeduid als planeten. Maar de ontdekking van Neptunus in 1846 samen met de ontdekking van nog meer planetoïden in de regio Mars-Jupiter herinnerde de wereld eraan dat er weliswaar heel veel objecten rond de zon draaien, maar slechts weinig dominante objecten.
Neptunus werd de achtste planeet. Tegelijkertijd werden de ontelbare planetoïden ingedeeld in de nieuwe categorie ‘kleine planeten’. Ons begrip van het zonnestelsel werd verfijnder. In de jaren 1930 werd, nog verder weg, Pluto gevonden. Het object werd bejubeld als negende planeet en behield die status vele decennia lang.
Zwaarder dan Pluto
Vanaf 1992 begonnen astronomen echter duizenden planetoïdeachtige objecten te vinden in de verre regionen voorbij Neptunus. Mijn ontdekking van Eris in 2005, een object zwaarder dan Pluto, bracht een discussie teweeg over hoe je deze objecten moet classificeren.
Net als bij de planetoïden tussen Mars en Jupiter ruim een eeuw eerder, werd duidelijk dat het voor een goede indeling noodzakelijk is de planeten die het zonnestelsel beheersen te onderscheiden van de ontelbare kleine objecten die door deze giganten heen en weer worden geslingerd.
In elk betekenisvol classificatieschema hoort Pluto – net als Eris – tot de nieuw ontdekte populatie van kleine objecten achter Neptunus. Dit onderscheid is belangrijk als je wilt begrijpen hoe ons zonnestelsel is ontstaan en waarom het eruit ziet zoals het er nu uit ziet. Naarmate we meer leren, verandert onze definitie en boeken we vooruitgang.
Pluto-nostalgie
Als je stelt dat alle bolvormige objecten planeten zijn, waar ze zich ook bevinden, dan is de maan – opvallend bolvormig en vijf keer zo zwaar als Pluto – duidelijk onze naaste planetaire buurvrouw.
Je kunt geen wetenschappelijk houdbare definitie van ‘planeet’ opstellen waarbij Pluto wel een planeet is en de maan niet. Ik kan me moeilijk voorstellen dat zo’n vreemd voorstel veel steun krijgt van wetenschappers of het publiek. Een al 500 jaar achterhaalde definitie van planeet herinvoeren is een nogal hoge prijs voor 87 jaar oude Pluto-nostalgie. Voor het grootste deel van de astronomische wereld is dat een gepasseerd station.
De scheervlucht van New Horizons toonde aan dat Pluto een fascinerende plek is, die onze belangstelling en ons onderzoek meer dan waard is. Laten we ‘fascinerend’ echter niet verwarren met ‘moet een planeet zijn’. Laten we in plaats daarvan vieren wat deze kleine wereld ons vertelt over hoeveel we nog kunnen over het zonnestelsel, van de grootste planeet tot de kleinste stofkorrel.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: