Wij mensen verschillen fundamenteel van dieren. Wij zijn immers cultureel, rationeel en moreel, terwijl dieren worden gedreven door instinct. Dankzij genetische voorprogrammering weet een dolfijn dat hij kan piepen en een walvis hoe hij moet jagen. Toch? Nee, luidt het ondubbelzinnige antwoord van de biologen Hal Whitehead en Luke Rendel. Er bestaat wel degelijk zoiets als cultuur in het dierenrijk. Sterker nog: het wemelt van de culturele wezens in de oceaan.
Om tot die conclusie te komen, werd maar liefst vijftig jaar aan data onderzocht. Hoe bedenkt iemand om een halve eeuw aan piepjes en klikjes te bestuderen? Menigeen vraagt zich af of Whitehead en Rendel niks beters te doen hadden. De interesse van de Academie voor de Nutteloze Kennis is dan ook gewekt.
Onderwaterrevolutie
Hoe konden Whitehead en Rendel stellen dat walvissen cultureel zijn? Wat is cultuur eigenlijk precies? Volgens de onderzoekers gaat het om gedrag dat gedeeld wordt door een bepaalde subgroep – een familie of gemeenschap – en dat bovendien niet aangeboren is, maar wordt aangeleerd.
Thomas Hertog werkte samen met Stephen Hawking en onderzoekt de oerknal
Tijd en natuurwetten zijn voortgekomen uit de oerknal, in een chaotisch proces van toevalligheden, zegt theoretisch natuurkun ...
Een voorbeeld van ‘subgroepgedrag’ vonden Whitehead en Rendel bij potvissen, die georganiseerd blijken in groepen met ieder hun eigen dialect. Omdat de groepen genetisch niet van elkaar verschillen, is het aannemelijk dat de dialecten aangeleerd zijn. Het is dé manier om een gevoel van saamhorigheid te creëren in de grenzeloze onderwaterwereld, geloven Whitehead en Rendel.
Ook bultruggen lijken tot leren in staat. De dieren brengen liederen ten gehore die ieder jaar veranderen – alsof een nieuwe hit wordt uitgebracht en de zeezoogdieren massaal de laatste mode volgen. Die voortdurende verandering kan onmogelijk genetisch zijn voorgeprogrammeerd. Whitehead en Rendel spreken dan ook niet van evolutie – een veel gebruikte term in de biologie – maar van revolutie; een plotselinge, drastische verandering, op gang gebracht door samenwerking en interactie. Het maakt walvisachtigen culturele wezens bij uitstek, vinden de onderzoekers.
Rollenspel
Maar volgens sommigen is dat te kort door de bocht en draait cultuur om meer dan gedeeld, aangeleerd gedrag. Zo betoogt wijsgerig antropoloog Helmuth Plessner dat de mens zich fundamenteel van dieren onderscheidt door zijn vermogen tot zelfreflectie. We reflecteren op onze daden, doelen en verhouding tot anderen en creëren op basis daarvan onze identiteit, die veranderlijk en complex is.
Plessner spreekt van een rollenspel, waarbij verschillende rollen elkaar in rap tempo afwisselen. Zo kan iemand op één dag vegetariër, werknemer en voetbalfan zijn. Bij dieren is dat anders: een walvis is – zonder dat hij zich daarvan bewust is – simpelweg een walvis, aldus Plessner. Of, om het in filosofentermen te zeggen: het dier is centrisch – het valt samen met de zintuiglijke ervaring – terwijl de mens zowel centrisch als excentrisch is; in staat om zijn leven van een zekere afstand te observeren.
Absurd
Ook antropoloog Alex Golub is het niet eens met de conclusie van Whitehead en Rendel dat walvissen cultureel zijn. ‘Hebben walvissen symbolische systemen – willekeurig, maar alom gedeeld – waarop zij wederzijdse interactie baseren?’, vraagt hij, doelend op wijdverspreide symbolen die de mens gebruikt, variërend van groene stoplichten tot rode rozen. ‘Alleen als dat soort symbolische systemen bestaan, kun je ze culturele wezens noemen’, vindt Golub.
Maar volgens Whitehead en Rendel is juist die opvatting van cultuur kortzichtig. ‘Als wij het over een walvissencultuur hebben, dan bedoelen we daarmee niet dat walvissen precies zo zijn als mensen. Het zou absurd zijn om te beweren dat mensen en walvissen een cultuur delen. Natuurlijk doen ze dat niet! Mensen hebben mensenculturen, walvissen hebben walvisculturen. Wat ze delen, is hun capaciteit om gedeeld gedrag aan te leren van en door te geven aan soortgenoten.’
Rituelen
Whitehead en Rendel zijn niet de enigen die geloven dat dieren meer met mensen gemeen hebben dan we vaak denken. Bioloog Frans de Waal, bijvoorbeeld, betoogt dat dieren – net als mensen – moreel besef hebben. Hij beschrijft hoe apen zich in hun soortgenoten kunnen inleven en op basis daarvan morele beslissingen kunnen nemen. Rationaliteit is daarbij geen vereiste, betoogt De Waal. In tegendeel: de meeste morele beslissingen worden gevoelsmatig genomen. Zorgzaamheid en rechtvaardigheid zijn ouder dan de mensheid, aldus de bioloog.
Whitehead en Rendel observeerden ook onder het wateroppervlak uitingen van medeleven, bijvoorbeeld in de rituelen die dolfijnen uitvoeren wanneer een soortgenoot overlijdt. Het roept opnieuw vragen op; want wat is moraliteit dan eigenlijk precies?
Maar hoe je moraliteit en cultuur ook definieert, het mag duidelijk zijn dat het gedrag van walvisachtigen niet puur in termen van instinct kan worden uitgelegd. Het aangeboren instinct is geen alleenheerser in het dierenrijk – net zo min als cultuur, ratio en moraal allesbepalend zijn in de mensenwereld. Het verschil tussen mens en dier is niet zwart-wit.
Dit is een bericht van de Academie voor de Nutteloze Kennis. U kunt meer over de Academie en haar missie lezen op haar website, op Facebook of opTwitter.
Lees verder: