Zijn wij de enigen in het heelal? Blijft het daarom zo akelig stil in ons stukje Melkweg? Of voelen vreemde schepsels, lichtjaren hier vandaan, net als wij de warmte van een ster? Hoogleraar astrochemie Ewine van Dishoeck verwacht dat alle speculaties hierover nog deze eeuw ten einde zullen komen.
Geen zestenige voetafdruk op de maan, zelfs geen krakend signaal vanuit de donkere leegte. Geen greintje bewijs hebben astronauten en astronomen de afgelopen zeventig jaar kunnen vinden voor het bestaan van buitenaards leven. Het enige stemgeluid dat de stilte rond onze thuisplaneet soms doorbreekt, is de echo van onze eigen onbeantwoorde vraag: ‘Hallo, is daar iemand?’
Toch is de Leidse sterrenkundige Ewine van Dishoeck niet teleurgesteld. ‘Ik ben voorzichtig ingesteld. Als student dacht ik: voordat we die grote vraag kunnen beantwoorden, zijn we vele eeuwen verder.’ Sindsdien tuurde ze door imposante telescopen, gebouwd op bergtoppen. Ze ontdekte hoe en waar nieuwe planeten geboren worden. Ze organiseerde symposia over de atmosferische vingerafdrukken die levensvormen achterlaten in het universum. En precies zoals ze had voorspeld, kunnen zij en haar collega’s nog altijd niet zeggen of niet-aards leven nu bestaat of niet; laat staan of het zweeft, zwemt of kruipt; of het meercellig is, eencellig of geencellig.
Egocentrisch, verwend en eenzaam? Het stereotype van het enig kind onder de loep
Welk effect heeft opgroeien zonder broers en zussen werkelijk op het welzijn en de persoonlijkheid van een enig kind?
Maar haar oorspronkelijke prognose heeft ze inmiddels wel bijgesteld. We hoeven geen eeuwen meer te wachten. ‘Wij hebben echt geluk. We zijn de eerste generatie met de kennis en de technologie om deze vraag wetenschappelijk te beantwoorden. Nog dertig tot vijftig jaar, dan weten we het.’
Kosmisch narcisme
Twee krachtige instrumenten staan op het punt de menselijke blik op de ruimte voorgoed te veranderen. In de kurkdroge Atacamawoestijn van Chili wordt momenteel de Extremely Large Telescope (ELT) gebouwd, voorzien van een 39 meter brede spiegel. En de James Webb-ruimtetelescoop is de opvolger van de legendarische Hubble. Bovendien ligt er een volgende grote ruimtetelescoop op de tekentafel, speciaal ontworpen voor de zoektocht naar buitenaards leven, met een lanceerdatum rond 2050.
‘Deze nieuwe kijkers kunnen we richten op de exoplaneten die de voorbije jaren zijn ontdekt’, vertelt Van Dishoeck. ‘Zoals de aarde-achtige planeet die draait om Proxima Centauri, onze buurster.’ Iets verder weg, maar minstens zo interessant zijn drie planeten die draaien om de ster 2MASS J23062928-0502285, ook wel bekend als TRAPPIST-1.
Wat maakt deze planeten zo uitzonderlijk? Dat is nou juist de crux: ze zijn niet uitzonderlijk. Zoals de aarde dat ook niet is. De oude opvatting dat onze thuisplaneet met zijn zeven zeeën een uniek soort hemellichaam betreft, blijkt kosmisch narcisme van de hoogste plank. ‘Water is het meest voorkomende molecuul in de ruimte’, zegt Van Dishoeck. ‘Wij hebben recent ontdekt dat in een ruimteregio waar nieuwe planeten worden geboren voldoende water rondzweeft voor zesduizend Atlantische Oceanen.’ Mogelijk bevat de Melkweg dus talloze planeten die volledig bedekt zijn met hetzelfde goedje dat bij ons in druppels uit de lucht valt.
Buitenaardse broers
Dat is goed nieuws, want water is de best denkbare broedplaats voor moleculen om al klotsend en botsend het ongeluk genaamd leven te beginnen. Dat betekent niet dat er daadwerkelijk wordt gezwommen op elke waterrijke planeet. Dat hoeft ook niet. ‘Alleen al in de Melkweg fonkelen een paar honderd miljard sterren. We weten nu dat die gemiddeld allemaal minstens één planeet bezitten. Zelfs als rondom slechts 1 procent van die sterren een aardse planeet met vloeibaar water cirkelt, geeft dat ons ruim een miljard potentiële broedplekken.’
Welke planeten de gelukkigen zijn, kunnen we zien aan hun atmosferen. Levende wezens zijn per definitie biochemische fabriekjes. Ze halen stoffen uit hun omgeving en scheiden weer andere stoffen uit. Ze laten dus een scheikundige vingerafdruk achter. ‘Er woeden felle discussies over hoe die vingerafdrukken eruit kunnen zien’, zegt Van Dishoeck. ‘Maar laat ik het zo zeggen: als buitenaardse wezens vanaf een van de TRAPPIST-1-planeten naar de aarde zouden kijken met telescopen zoals wij die de komende decennia zullen bouwen, dan zullen ze onmiskenbaar tot de conclusie komen dat ze niet alleen zijn.’
Het is mogelijk dat de ontdekking van buitenaards leven een schokgolf teweegbrengt in onze maatschappij. Het komt daarom goed uit dat Van Dishoeck in de zomer van 2021 is toegetreden tot de Pauselijke Academie voor Wetenschappen. Zij mag dus straks aan Franciscus en zijn kardinalen uitleggen wat de naderende ontdekkingen mogelijk te betekenen hebben.
‘Ik hoop binnenkort de paus te ontmoeten. Ik denk dat hij best openstaat voor de mogelijkheid van buitenaards leven. Hij is afgestudeerd chemicus, wist je dat?’ vertelt Van Dishoeck. In diens nieuwste encycliek Fratelli tutti (Allen broeders) schreef de kerkvorst alvast dat in dit tijdvak waarin we verre planeten ontdekken, we niet de behoeften van onze naaste buren mogen vergeten. ‘Daar ben ik het roerend mee eens’, stelt Van Dishoeck. ‘Maar ik heb toen wel even in de Pauselijke Academie gezegd: naaste buren is een relatief begrip. Want ook op verre planeten vinden we misschien onze fratelli.’
CV Ewine van Dishoeck
Van Dishoeck is hoogleraar moleculaire astrofysica aan de Universiteit Leiden en wetenschappelijk directeur van de Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie. Van 2018 tot 2021 was ze president van de Internationale Astronomische Unie, in 2021 werd ze lid van de Pauselijke Academie van Wetenschappen. Ze kreeg vele onderscheidingen, waaronder een Spinozapremie in 2000 en de Kavliprijs voor Astrofysica in 2018.
Dit artikel komt uit special European City of Science Leiden2022. Deze special is gemaakt door de redactie van New Scientist in opdracht van Leiden2022, een Europees wetenschapsfestival van 365 dagen.