De bosbranden die in 2021 de Turkse kust teisterden, troffen ook de antieke overblijfselen in de regio. Hoe groot de schade aan de Griekse en Romeinse resten precies is, is echter nog steeds niet duidelijk. ‘De kans is groot dat er zaken verloren zijn gegaan waarvan we überhaupt nog geen idee hadden.’
Na de verwoestende branden die in 2021 de Turkse westkust teisterden, circuleerden er op het internet alarmerende berichten over de schade die de branden zouden hebben toegebracht aan de vele honderden voornamelijk Griekse en Romeinse resten die in de bossen langs de kust liggen.
Dat stond in schril contrast met de uitspraken van Ersin Yazici, gouverneur van een van de provincies die door de branden werd getroffen. Tijdens een persconferentie begin september vorig jaar liet hij weten: ‘Dankzij de inzet van onze brandweer, de hulpdiensten en de onverzettelijkheid van onze burgers hebben we de schade die deze natuurramp ramp teweeg heeft gebracht uiteindelijk kunnen beperken.’ Dat gold volgens hem ook voor al het erfgoed.
Socioloog over zelfmoordpreventie: ‘Probeer iemand met suïcidale gedachten uit het dal te helpen’
Socioloog Diana van Bergen en haar collega’s hebben een beurs van 9 ton gekregen voor een zelfmoordpreventieproject. ‘We weten dat er in de direct ...
Omdat de geruchten echter aanhielden en ook Unesco pleitte voor nader onderzoek trokken de Nederlandse fotograaf Rénie van der Putte en de Turkse archeoloog Sedrettin Ogünç eind vorig jaar de bergen boven de stad Manavgat in.
Ontplofte muren
De smalle weg naar de ruïnes van Etenna voert door een nog steeds zwartgeblakerd dennenbos. Na een laatste bocht doemen, als rotte zwarte kiezen tussen de verkoolde boomstammen, de eerste muren van deze kleine antieke nederzetting op. Delen van muren lijken door de extreme hitte ontploft. Brokstukken liggen her en der verspreid. Afzonderlijke bouwwerken zijn nauwelijks te herkennen. Gebarsten reliëfs doen enige grandeur vermoeden, wellicht van een tempel.
Er heerst doodse stilte in Etenna. Geen vogelgeluiden, geen geruis van de wind in de bomen. Het enige bewijs dat hier leven was, zijn de verkoolde resten van een schildpad. Ook voor hem was er geen ontkomen aan de vuurzee.
In het niet ver van Etenna verwijderde Lyrbe is de situatie minder dramatisch. Op de grote agora (het centrale marktplein) staan zelfs kleine groene struiken. Alleen aan de randen van deze antieke stad, met zijn tientallen Romeinse en Griekse monumenten, heeft de brand zichtbare schade aangericht.
Dat verschil is volgens Ogünç goed te verklaren uit het feit dat Lyrbe, dat in de jaren zeventig vrijwel geheel is opgegraven, sindsdien relatief goed onderhouden is. Daarom groeiden er geen bomen tussen de ruïnes en is er een redelijke afstand tussen de belangrijkste gebouwen en het omringende bos.
Onderhoud, nabijheid van voldoende bereikbaar bluswater en de omvang van de archeologische vindplaats bleken bepalende factoren voor de omvang van de schade, zo ontdekten Van der Putte en Ogünç. Zo leed het aquaduct van Oymapinar, dat water uit het Taurusgebergte naar de grote Romeinse nederzetting Side voerde, nauwelijks schade omdat er bluswater beschikbaar was uit een nabijgelegen stuwmeer.
Uitgangspositie onbekend
Het vaststellen van de werkelijke brandschade wordt op veel plaatsen zoals ook Etenna bemoeilijkt doordat de uitgangspositie vaak onbekend is. Van der Putte: ‘Als niet duidelijk is wat er stond, kun je ook niet vaststellen wat er tijdens de branden verloren is gegaan. De kans is zelfs groot dat er zaken verloren zijn gegaan waarvan we überhaupt nog geen idee hadden.’
Op die manier zijn volgens haar ook alle speculaties die op het internet de ronde doen, bijvoorbeeld dat de helft van alle overblijfselen onherstelbaar beschadigd zou zijn, niet te controleren. Dat zou pas duidelijk kunnen worden na een grootschalig onderzoek. Hoewel ook Unesco hiervoor pleit, lijkt een dergelijk onderzoek er voorlopig niet in te zitten. Ogünç: ‘Daarvoor ontbreken domweg de middelen.’
Voorlopig heeft de Turkse archeologische dienst zich beperkt tot het herstel van de schade aan de belangrijkste, voor het toerisme interessante plekken, waar de schade relatief beperkt was.